Feyenoord ‘Shitty’: waarom de Kuip zo ongekend veel emotie oproept

Nu de plannen voor Feyenoord City steeds meer vorm krijgen, groeit de kritiek. Hilde Sennema analyseert waarom emoties hier zo sterk meespelen en hoe directie en projectteam daar rekening mee kunnen houden in de vormgeving van het nieuwe stadion.

De afgelopen maanden werd er met spandoeken op de tribunes en felle discussies op Twitter geprotesteerd tegen “Feyenoord Shitty.” Want de plannen rondom het nieuwe stadion, Feyenoord City, roepen naast kritiek ook veel emotie op: boosheid over een gebrek aan inspraak in het proces en verdriet om het op handen zijnde verlies van een monument. Het stadion raakt aan de kern van Feyenoord als voetbalclub. Het is een van de oudste stadions van Europa die nog in gebruik zijn, met een voetbalbeleving die zelfs door tegenstanders geprezen wordt.

Ik bekijk wat die emotie nu precies betekent als het gaat om voetbal – in het bijzonder in dit stadion – en hoe de plannen voor Feyenoord City daar rekening mee proberen te houden. Dan blijkt dat de directie van Feyenoord en het projectteam van Feyenoord City nog wat kunnen leren van de erfgoedsector. Door de emotie serieus te nemen, maar ook door beter gebruik te maken van het collectieve geheugen van Feyenoordsupporters.

Emotie en voetbal
Emotie is in de kern sociaal. Waar een reactie op een gebeurtenis je een bepaald gevoel kan geven, toon je je emotie pas wanneer iemand anders kijkt. De filosoof Adam Smith schreef in “The Theory of Moral Sentiments” uit 1759 dat emotie zo een functie heeft in de maatschappij. Als je ziet dat iemand onrecht wordt aangedaan, lijd of leef je mee (sympathy) en kom je in actie. Dat wat gevoel of emotie teweegbrengt in je lichaam, wordt affect genoemd. Emotie en affect zijn sinds een jaar of twintig een steeds belangrijkere rol gaan innemen in onderzoek naar de samenleving, omdat we steeds meer beseffen dat mensen lang niet altijd rationeel handelen.

Dit kan helpen bij beter begrip van het functioneren van groepen die op basis van emotionele argumenten bij elkaar horen: liefde voor een club, vreugde bij winst en verdriet, boosheid bij verlies. Feyenoord maakt onderdeel uit van het lijf, leven en identiteit van haar supporters. Daarin zijn gradaties: de een bezoekt af en toe een wedstrijd en draagt dan een sjaal, een ander heeft een seizoenskaart en organiseert het schilderen van gigantische spandoeken, weer een ander is bereid om voor de club te vechten.

Affect kan zich ook manifesteren in een object, zei de filosoof Gilles Deleuze. Hierbij doelde hij vooral op kunstwerken die gevoel oproepen bij de beschouwer, maar het kan ook gelden voor clubparafernalia in een museum – of in gebouwen.

Een stadion kan bijvoorbeeld door zijn vorm al een gevoel oproepen. Niet voor niets waren de Griekse en Romeinse amfitheaters rond of ovaal: het publiek kon niet alleen het spektakel op het veld zien, maar ook elkaar. Het geluid weerkaatste en golfde door het stadion, waardoor toeschouwers niet om de emoties heen konden. Een uitje naar het stadion was een bij uitstek emotionele bezigheid.

Pas in de negentiende eeuw werd het voetbal naar cricket- en atletiekstadions gebracht om toeschouwers te vermaken. Eerst nog als elitesport, maar ook steeds meer om de massa te vermaken. De bouw van de Kuip paste in die ontwikkeling. Het was het modernste en grootste in zijn tijd. Investeerder en havenbaron Van Beuningen zag in dat veel van zijn werknemers op Zuid weleens baat konden hebben bij ontspanning en ontlading op zondagmiddag.

Collectieve herinnering

Voetbal roept dus emoties op en die emotie wordt nog versterkt door samen te zitten in een stadion. Bij de Kuip, een gebouw dat meer dan tachtig jaar oud is, komt daar nog een belangrijke factor bij: herinnering. Je kunt dan denken aan de herinneringen die je zelf hebt aan het bezoeken van een wedstrijd met je opa of aan de 6-2 tegen Ajax in de Kuip, maar ook hier ontstijgen de herinneringen aan de Kuip het individuele.

Vriend en vijand spreekt over de bijzondere sfeer in de Kuip, zowel in positieve als negatieve zin. Er is zowel sprake van Kuipmagie als van Kuipvrees. Er is gemor als het slecht gaat, boosheid als de scheidsrechter een verkeerde beslissing maakt. Een vriendin beschreef het als een boosheidswolk die tussen de ringen blijft hangen en steeds donkerder wordt. Het kan er angstaanjagend zijn, het volgende moment euforisch. ‘Als de Kuip zich tegen je keert, ben je verloren’, zei Hans Kraay Sr., die zowel als Feyenoorder en als tegenstander in de Kuip speelde, in het NRC. De vergelijking met religie ligt altijd om de hoek, zoals columnist Wessel Penning in het AD schreef: ‘Onze Kuip (…) is een van Rotterdams mooiste bouwwerken, een heilige plek. Er is gebeden, gescholden, gehuild en gezongen. De Kuip is als het leven, iets om te koesteren.’

Dat haast religieuze is de collectieve kracht van de Kuip. Alle herinneringen bij elkaar, alle verhalen die erover verteld worden, is wat we het collectief geheugen van de club noemen. De filosoof Halbwachs introduceerde die term in de jaren dertig en het blijft een krachtige manier om te duiden wat de individuele ervaring en herinnering ontstijgt. Daar is volgens Halbwachs ook een ruimtelijke referentie voor nodig. Het park van je eerste zoen, het dorp waar je opgroeide, of het stadion dat zowel het fysieke als het emotionele centrum vormt van je liefde voor een club.

Het is er echter niet alleen maar intens en mooi. 18 jaar zonder kampioenschap, sterk wisselende resultaten… Feyenoordfan ben je niet voor de lol. Willem van Hanegem zei het laatst nog in een interview in de Volkskrant: ”Mijn liefde wordt zwaar op de proef gesteld. Het doet soms veel pijn om Feyenoord-supporter te zijn.” Maar juist dat sentiment is belangrijk voor de Feyenoordsupporter. De club is niet voor iedereen, je moet er wat voor over hebben.

Kuip-magie in de huidige plannen
Wat betekent die emotionele lading van de Kuip voor de huidige plannen voor een nieuw stadion? Wanneer je de plannen van de afgelopen twaalf jaar bekijkt, zie je dat de Kuip per plan steeds belangrijker wordt. Eerst moest er een nieuw stadion komen op de plek van de Kuip, toen waren er vergevorderde plannen voor renovatie, en in de meest recente vorm blijft de Kuip staan als retailconcept, met een atletiekbaan, museum en woningen: “de Kuip als Legacy”. Want, zo werd in de eerste presentatie gesteld: “Aan de huidige Kuip kleeft enorm veel emotie. Het bouwwerk overleeft als voetbalstadion de tand des tijds niet, maar mag zeker niet verloren gaan. (…) De Kuip blijft zo een attractie en sluit aan bij de tijdgeest, waarin oude waarden weer belangrijker worden. Mensen gaan steeds meer op zoek naar rituelen en referenties die vertrouwd aanvoelen en smachten naar betekenisvolle ervaringen.”

Het conserveren van de Kuip als monument werd al geopperd in de cultuurhistorische analyse van de architectuurhistorici van Crimson. Zij waarderen de Kuip vooral om haar architectonische en monumentale waarde. Zij stellen dat het een Rijksmonument kan worden als alle wijzigingen aan het stadion sinds de bouw in 1937 worden teruggedraaid. Maar dan moet het gebouw, net als bij bijvoorbeeld de Van Nellefabriek, wel een andere functie krijgen.

Joke Reichard, ook architectuurhistoricus, komt op basis van de architectonische waarde in een artikel in NRC tot een tegengestelde conclusie. Zij ziet ook graag dat de Kuip in oude glorie wordt hersteld, maar ‘…het behoud van de oorspronkelijke functie is nog altijd de beste remedie tegen onnodige verminkingen en voorgoed verval.’

Het uitgangspunt van de club en het projectteam is dat renovatie van de Kuip niet past bij de topsportambities van de club. Wel zijn ze zich bewust van de grote materiële en immateriële waarde van de Kuip. David Gianotten, hoofdarchitect bij OMA, legde me via de mail uit dat het team uitgebreid bij supporters te rade is gegaan en rekening heeft gehouden met hun feedback. Daarnaast zijn van begin af aan “de unieke karakteristieken van De Kuip het uitgangspunt geweest voor het ontwerp van het nieuwe stadion.”

De karakteristieken van de Kuip die de supporters belangrijk vonden komen terug in het ontwerp voor het nieuwe stadion. Te weten: “een alzijdige ovale vorm van de tribunes en het stadion zonder onderbrekingen rond het veld, een stalen skeletstructuur voor het stadion, het hebben van supporters heel dicht op het veld – in het nieuwe stadion is dit op veel plaatsen op de eerste en tweede ring dichter op het veld dan in De Kuip -en het hebben van zitplaatsen voor het niet-zakelijke publiek direct rond het veld.”

Emotie in de planvorming
Een nieuw stadion dat de kwaliteiten heeft van de Kuip, en een Kuip die blijft staan als ‘betekenisvolle ervaring’. Je zou denken dat er na twaalf jaar plannen maken wel aan de supporters tegemoet is gekomen. Een groot deel van de supporters is echter verre van tevreden. De presentatie van een nieuwe impressie van het stadion eind februari, kon rekenen op veel kritiek; het stadion werd op Twitter zelfs ‘Arena aan de Maas’ genoemd. Een groeiende groep zegt zijn seizoenskaart niet te verlengen als Feyenoord verhuist naar dit stadion. Bovendien werden de zorgen die onder supporters leefden over de financiering, de afgelopen weken bevestigd in een reeks artikelen in het FD. De winst is lager dan verwacht, wat de financiële argumenten voor Feyenoord City minder sterk maakt.

Het grootste punt van kritiek is echter het weinig serieus nemen van de supporters in het proces. Er zijn weliswaar bijeenkomsten geweest, maar daarover wordt gezegd dat het vooral eenrichtingsverkeer was. Nu is het onmogelijk om alle wensen van supporters een op een over te nemen, is ook het verweer van de directie. Maar in een artikel in NRC waarvoor notulen en memo’s waren opgevraagd (als Wob-aanvraag), blijkt dat ook de gemeente al lange tijd flinke kritiek heeft op de haperende communicatiestrategie van Feyenoord City. Voorzitter Jan de Jong zette de tegenstemmen weg als “een lokaal protest”, en nam bovendien het protest niet serieus. Op sentiment kun je niet bouwen, was zijn argument.

Ruud Bijl, ingehuurd voor de PR van Feyenoord City, concludeerde dat de verbinding juist gezocht moet worden met ‘de zwijgende meerderheid’, want:“dat vraagt meer de taal van de emotie, die hoort bij het merk Feyenoord.”

Saillant detail is dat de suggestie van de gemeente was om clubiconen te gebruiken om de supporters gunstiger te stemmen, maar dat een aantal grote namen zich inmiddels tegen Feyenoord City heeft gekeerd. Jorien van den Herik en Bram Peper hadden felle kritiek op de financiering van Feyenoord City en Willem van Hanegem zal geen voet zetten in Feyenoord City, zei hij vorige maand in een interview met de Volkskrant.

Denk als erfgoedorganisatie
Bij de besluitvorming rond emotioneel beladen gebouwen als de Kuip is het betrekken van supporters van groot belang. Zij zijn een sterke gemeenschap die niet alleen goed op de hoogte is van de geschiedenis, maar ook actief meedenkt en -rekent. Belangrijker nog: zij vormen het collectieve geheugen van Feyenoord. Uit de Kuip weggaan is tot daaraan toe. Zelfs in Amsterdam was er groot protest bij het verlaten van de Meer en de (toen nog) op handen zijnde sloop van het Olympisch Stadion. Ook de Erasmusbrug werd bespot en bekritiseerd. We moeten soms gewoon even wennen.

Een club als Feyenoord presenteert zich graag als een rationeel bedrijf, dat rekening moet houden met winsttargets en aandeelhouders. Uiteindelijk draait het bij zo’n megaproject om stenen en cijfers en niet om sentiment – is nog steeds het narratief van de directie.

De directie zou er juist goed aan doen dat sentiment serieus te nemen, want het is een belangrijk deel van het verdienmodel van Feyenoord. Vanwege de emotionele aard van de sport en het rijke verleden kan de club beter een voorbeeld nemen aan erfgoedorganisaties. Erfgoed gaat niet alleen over het conserveren van oude gebouwen of tradities, maar ook over het vormgeven aan die tradities in deze tijd. Dan kan Feyenoord tegelijk een bedrijf zijn dat winst maakt én zijn erfgoed serieus neemt. Of zelfs te gelde maakt; denk bijvoorbeeld aan de Heineken Experience in Amsterdam.

Bovendien is Feyenoord een club met een grote diversiteit aan supporters, die een onschatbare bron van kennis en herinneringen herbergen. Die rijkdom moet je serieus nemen in het planproces, en niet wegstoppen in een plichtmatig museum. Dat hoeft niet te betekenen dat je Feyenoord City helemaal af moet blazen, want er zijn genoeg manieren om de identiteit van de club en de Kuip in het nieuwe stadion kan laten terugkomen. Aan de andere kant kán het wel: Liverpool FC koos na 10 jaar plannen voor een nieuw stadion alsnog voor renovatie van Anfield Road. Het argument van de nieuwe eigenaar: “It would be hard to replicate that feeling anywhere else.”

Achteruit kijken
De meeste supporters zijn vrij nuchter als het gaat om renovatie of nieuwbouw. Verzorger en clubicoon Gerard Meijer verwoordde het zo: “Commercieel zie ik dat het anders moet, maar in m’n hart denk ik dat je hier nooit weg moet gaan.”

Er moet zeker iets gebeuren, maar wel met een radicaal andere benadering van het erfgoed van Feyenoord. Je kunt nog zo je best doen om de ziel van de club over te plaatsen naar het nieuwe stadion, maar als je het supporterscollectief daar niet bij betrekt, heb je helemaal niets. Zij zijn het waarin de waarden, verhalen en tradities geborgen liggen.

De directie moet daarom goed bij zichzelf te rade gaan of het huidige narratief van vooruitgang van de club wel klopt. Het zou de club sieren als ze meer nadenken hoe ze de cultuur en identiteit van de club, zijn waarden en verhalen in de toekomst kunnen borgen; nieuw stadion of niet. Want een club met zo’n verleden kan niet alleen maar vooruit; het is minstens zo belangrijk om achteruit te blijven kijken.

VersBeton.nl / Hilde Sennema