FeyenoordCity rekent zich rijk

Hoe Feyenoord City zonder verantwoording te hoeven afleggen de cijfers aanpast in het sociale programma

Juni 2018 wordt een belangrijke maand voor Feyenoord City. In die maand zal de gemeente de handtekening zetten onder het contract voor het Sociaal Economisch Programma (SEP) en onder het Mobiliteitscontract. Samen met het mobiliteitsvraagstuk was het SEP hét programma dat nodig was om de gemeenteraad met 135 miljoen euro over de brug te laten komen voor dit vastgoedproject bij Feyenoord. Dat de gemeenteraad in mei 2017 akkoord ging, was mede op basis van een gunstige maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Uit deze analyse bleken maatschappelijke voordelen door de komst van Feyenoord City naar Rotterdam-Zuid. Ondanks dat er direct kritiek was op de in de MKBA gehanteerde cijfers, ging de gemeenteraad akkoord. Inmiddels zijn we weer een tijdje verder en zijn er nog meer documenten officieel gepubliceerd met wederom een hoop cijfers erin. Mij maakte dat nieuwsgierig: komen deze cijfers overeen met eerdere cijfers of zijn ze naar boven of beneden bijgesteld? Hoe realistisch zijn de cijfers die nu gepubliceerd zijn? En, vooral, houdt de MKBA waar de gemeenteraad in 2017 ja tegen zei nog wel stand met de cijfers van 2018 in deze nieuwe documenten?

In dit artikel duik ik dieper in de cijfers zoals ze er nu zijn en geef ik een analyse van de officiële documenten die door Feyenoord City en het college van B&W van de gemeente Rotterdam zijn gepubliceerd. Uit deze analyse komt één duidelijke conclusie naar voren: de gemeenteraad moet hoognodig om een nieuwe maatschappelijke kosten-batenanalyse vragen bij het college voordat er miljoenen geïnvesteerd worden op basis van verouderde cijfers.

De officiële documenten

Feyenoord City kent een heel sociaal programma. Sinds de start van dat programma zijn er vier belangrijke officiële documenten gepubliceerd waarin cijfers voor dit programma zijn gepresenteerd. Deze vier documenten zijn in deze analyse naast elkaar gelegd:

– Rapport Sociaal Maatschappelijk Programma (SMP) – Feyenoord City Brengt Rotterdam in beweging (Feyenoord – oktober 2016)
– MKBA Feyenoord City (Twynstra Gudde, in opdracht van het college van B&W gemeente Rotterdam – november 2016)
– Position paper (gemeente Rotterdam en Feyenoord – november 2017)
– Intentieovereenkomst Sociaal Economisch Programma & Werkplan seizoen 2018-2019 (gemeente Rotterdam en Feyenoord – april 2018)

Binnen die vier documenten is een duidelijke fasering te zien. In 2016 was de discussie gaande rondom gemeentelijke hulp aan het project. In deze fase moeten de gemeenteraadsleden zich een mening vormen over de vraag of ze willen deelnemen aan het project en is het voor Feyenoord City van belang om op papier zo hoog mogelijke maatschappelijke baten te genereren. Die fase leidde tot een besluit van de gemeenteraad in mei 2017, waardoor er 135 miljoen euro gemeenschapsgeld vrij kwam voor Feyenoord City. Vanwege de mogelijk te optimistische cijfers zijn er voor de zekerheid wel nog enkele afspraken door de gemeenteraad benadrukt in november 2017, in de position paper. Dit kan gezien worden als een eerste contract tussen de gemeente en Feyenoord. Deze contractfase loopt momenteel nog steeds en de op 3 april gepresenteerde Intentieovereenkomst Sociaal Economisch Programma is daar onderdeel van. Deze zal, samen met het Mobiliteitscontract, in juni 2018 ondertekend gaan worden door de gemeente Rotterdam en Feyenoord.

Ondertussen is men bij de Feyenoord al met de uitvoeringsfase al begonnen, want er is een hoop werk aan de winkel. Van de voetbalclub Feyenoord is in de documenten van het SEP inmiddels niks meer te herkennen, Feyenoord lijkt eerder een sociale dienst te zijn geworden. Het volgende schrijft de club zelf daar over: ‘De vier centrale doelen van het SEP sluiten aan bij de beleidsspeerpunten van de gemeente en zijn de volgende: werkgelegenheid, onderwijs, sport & bewegen en welzijn.’ (Werkplan SEP, p.2). Om die reden volg ik in dit artikel in grote lijnen de vier centrale doelen van het gemeentelijk beleid, gecombineerd met de ‘producten’ van Feyenoord City die samen het Sociaal Economisch Programma maken. De cijfers die gehanteerd worden staan daarbij centraal.

Werkgelegenheid

De tekst in het Sociaal Maatschappelijk Programma is een prachtige verkooptekst van Feyenoord. De plannen die hierin gepresenteerd worden, daar kan niemand op tegen zijn:

‘Elke baan is een verbetering van het leven van een heel gezin. In de bouw en exploitatie van Feyenoord City betrekken we zoveel mogelijk mensen uit Zuid die nu geen baan hebben (indien niet gekwalificeerd, zorgen we voor opleiding). Minimaal 50% van alle banen in de exploitatie komt terecht bij gekwalificeerde mensen vanuit Zuid. Alleen al de exploitatie levert naar schatting minimaal 1.500 nieuwe vaste banen op, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt’ (SMP, 2016, p.8)

1.500 nieuwe banen klinkt natuurlijk mooi, maar het cijfer klopt niet. Van die ‘nieuwe’ banen wordt namelijk een deel opgevuld door mensen die nu in de Kuip werken. Dat zijn op dit moment 268 fte (MKBA, 2016, p.13). Zij zullen meeverhuizen naar het nieuwe stadion. Hetzelfde geldt voor de medewerkers in de horeca die nu op de Veranda zit, want ook hiervoor geldt dat er geen nieuwe banen komen, maar dat er flink wat arbeid verplaatst wordt van de huidige locaties naar Feyenoord City. Oftewel: creëert Feyenoord City écht 1.500 nieuwe banen? Nee, laat adviesbureau Twynstra Gudde zien. Allereerst blijkt uit hun berekening naar de maatschappelijke kosten en baten (MKBA, 2016, p.14) dat er in totaal zo’n 1.383 voltijdsbanen (fte) in en rondom Feyenoord City zullen ontstaan. Die 1.500 nieuwe banen was dus al een (onverklaarbare) afronding naar boven om het geheel mooi rond en indrukwekkender te maken. Maar dan somt Twynstra Gudde een aantal uitgangspunten op waar rekening mee moet worden gehouden, zoals de verplaatsing van arbeid, wil je de maatschappelijke baten kunnen berekenen:

‘Met die uitgangspunten komen we op 548 fte aan banen. Echter ook deze kennen we niet in totaal aan het netto werkgelegenheidseffect toe. Ook voor de banen aan de onderkant zal voor een deel sprake van verdringing zijn. De banen in bijvoorbeeld de horeca of in detailhandel op Feyenoordcity kunnen ten koste gaan van banen in detailhandel en horeca in andere delen van de stad Rotterdam. Net als in de MKBA Hart van Zuid (2011) kennen we 50% toe als netto werkgelegenheidseffect. In totaal gaat het om 274 fte.’ (MKBA, 2016, p.15)

Het netto aantal nieuwe banen is dus 274 fte. Dat is dan ook het getal dat Twynstra Gudde bij het berekenen van de maatschappelijke baten meeneemt, niet die 1.383 (of de mysterieuze 1.500).

In de position paper, exact een jaar na de MKBA van Twynstra Gudde, komt de gemeente plotseling met een nieuw cijfer. Het gaat dan niet over de werkgelegenheid in totaal (dus die 1.383 of 274 fte), maar over specifiek laag- en ongeschoolde werkgelegenheid:

‘In de bouw en exploitatiefase betrekt Feyenoord City jaarlijks minimaal 310 arbeidskrachten uit Zuid voor laag- en ongeschoold werk. Via het werkgeversservicepunt worden werkzoekenden benaderd voor de verschillende soorten werk in Feyenoord City.’ (Position paper, 2017,p.13)

Dit aantal van 310 is nergens verantwoord, het is niet terug te vinden waar dit op gebaseerd is. De verwarring wordt echter alleen maar groter wanneer je ook de Intentieovereenkomst voor het Sociaal Economisch Programma bekijkt. Het gegoochel met cijfers gaat door:

‘Feyenoord creëert 1.500 fte nieuwe banen gedurende de bouw en exploitatiefase van het gebied, waarvan 500 fte netto nieuwe banen in laag- en ongeschoold werk voor Rotterdammers die nog geen baan hebben. Hiervan is jaarlijks minimaal 310 fte aan arbeidskrachten bestemd voor werkzoekenden uit Rotterdam-Zuid.’ (Werkplan SEP, 2018, p.II)

Snapt u het nog? Ik ben de draad in ieder geval kwijt, maar wat bij mij wel is blijven hangen, is dat er geen 1.500 maar slechts 274 nieuwe voltijdsbanen worden gecreëerd.

Onderwijs

Feyenoord gaat de wijken in, op zoek naar de stilzittende en slecht etende bewoner van Zuid. Via de ‘Sportschool in de wijk’ gaat Feyenoord aansluiten op al langer lopende eet- en beweegprogramma’s van de scholen in Rotterdam. Feyenoord gaat trainingen geven om zo die programma’s inhoudelijk te verbeteren en de jeugd te enthousiasmeren. Feyenoord schrijft in 2016 nog dat de sportparticipatie dankzij deze Sportschool in de wijk gaat toenemen: ‘ca. 3.000 extra kinderen (structureel wekelijks sporten, in 10 jaar opgebouwd)’ (SMP, 2016, p.15). Het aantal van drieduizend wordt verder niet verklaard, het lijkt uit de lucht gegrepen. In april 2018 blijkt dan ook dat dit aantal niet heel realistisch was. Feyenoord schrijft dan, wederom zonder toelichting: ‘doel is 1.400 extra kinderen (‘nieuwe sporters’) te stimuleren tot structureel wekelijks sporten en bewegen.’ (Werkplan SEP, 2018, p.II) Omdat ook dit nieuwe aantal zonder toelichting blijft, kan gesproken worden van een holle frase. Maar één ding is duidelijk: het aantal kinderen is gehalveerd, de maatschappelijke baten op dit onderdeel dus ook.

Stages en broedplaats

In het SMP (2016) worden in totaal 500 stageplaatsen beloofd. De verdeling is als volgt: 200 bij de satellietclubs in de wijk, 200 bij de Sportexperience en 100 bij de Publieke ruimte. Dit aantal van 500 blijft consequent terugkomen en in 2018 maakt Feyenoord concreet waar die stageplekken te vinden zijn:

‘Voor diverse onderdelen van Feyenoord City zijn stageplekken beschikbaar in onderwijs, beveiliging, horeca, zorg en welzijn en de organisatie van sportactiviteiten. (…) Feyenoord streeft er daarom naar om vanaf 2020 structureel 500 leerwerkmogelijkheden te creëren voor alle verschillende opleidingen in de stad (MBO, HBO, WO). Speciale aandacht gaat hierbij naar jongeren op het MBO 1 en 2 niveau.’ (Werkplan SEP, 2018, p.2)

Naast de vele stagemogelijkheden komt er ook een ‘broedplaats voor innovatie rondom de drie centrale thema’s (Performance, Community, Healthy living).’ En daar is iets opvallends mee aan de hand, blijkt wanneer we de analyse van de maatschappelijke kosten en baten erbij pakken. Er zouden volgens Twynstra Gudde 1.220 studenten aan de bak komen bij Feyenoord City door óf een stageplaats óf een plek bij de broedplaats te bemachtigen (MKBA, 2016, p.15). Elk van deze plekken levert de maatschappij geld op, we noemen dit de maatschappelijke opbrengst per broedplaats-plek. Door 1.220 x de opbrengst per broedplaats-plek te doen berekent Twynstra Gudde de totale maatschappelijke baten dankzij de broedplaats van Feyenoord City: men komt uit op 1,2 miljoen euro per jaar (MKBA, 2016, p.16). Doe je dit bedrag keer de levensduur van het stadion en je hebt gigantische maatschappelijke baten.

Maar dit cijfer van 1.220 moet een veel te optimistische schatting zijn. Feyenoord zelf belooft namelijk slechts 500 stageplaatsen. Dat betekent dat, om deze maatschappelijke baten te behalen, álle overige studenten op de broedplaats aan de slag moeten. Dat zijn 720 studenten die tijdens de studie lekker gaan zitten broeden op hippe innovaties bij Feyenoord City. Of het gaat op die broedplaatsen gewoon heel erg druk worden, of de aantallen zijn niet correct….

Maar er is nog iets geks: volgens het SMP in 2016 zijn er in totaal in Rotterdam zo’n 1000 jongens en meisjes die een opleiding volgen waarmee ze in aanmerking kunnen komen voor een plek bij de broedplaats (SMP, 2016, p.17). Dat zou betekenen dat van de totale populatie studenten met de juiste opleiding, 70% daadwerkelijk voor Feyenoord City zou kiezen in plaats van een andere plek ergens in Rotterdam. Feyenoord is wel leuk, maar ook weer niet zó leuk. Áls Feyenoord City dus al daadwerkelijk 720 plaatsen in de broedplaats beschikbaar zou hebben per jaar, dan zou het die plaatsen dus vrijwel zeker niet allemaal opgevuld krijgen. De maatschappelijke baten zullen dan ook een stuk lager uitvallen dan beloofd. Ook hier geldt dus dat er geen realistische schatting is gemaakt en er een rooskleuriger beeld wordt neergezet dan hoe de situatie werkelijk zal zijn.

Publieke ruimte

De omgeving van Feyenoord City zal er uit zichzelf al voor gaan zorgen dat de Rotterdammer meer gaat sporten, aldus Feyenoord in 2016: ‘Een plek die sport en bewegen ademt en mensen uitnodigt en inspireert om in beweging te komen. Letterlijk en figuurlijk.’ En ook: ‘Sportruimtes zijn open en worden gecombineerd met groen, waardoor het leuk is om elkaar in Feyenoord City te ontmoeten en er te verblijven’ (SMP, 2016, p.24&16). De club geeft dan ook aan dat er 830.000 (!) bezoekers per jaar worden verwacht die gaan sporten in of rond het stadion, ‘met bijzondere aandacht voor de kwetsbare groepen in onze samenleving. We dragen hiermee bij aan bij de ambitie uit de Sportnota Rotterdam 2017-2020’ (SMP, 2016, p.8).

Naast dit bizar hoge aantal incidentele sporters (in 2018 is het overigens teruggebracht tot 200.000 sporters, zie het Werkplan SEP, p.III), zegt Feyenoord dat Feyenoord City ook voor veel vaste sporters gaat zorgen (nieuwe sporters, die dus voorheen niet aan sport deden).Tussen SMP (2016) en SEP (2018) is er echter een opvallend verschil in de vaste aantallen sporters:

2016: circa 20.000 extra structureel maandelijkse sporters,
waarvan ca. 14.000 extra structureel wekelijkse sporters.

2018: circa 9.000 extra structureel maandelijkse sporters,
waarvan ca. 3.600 extra structureel wekelijkse sporters.

Ook hier geldt weer: Twynstra Gudde heeft per sporter een bepaalde maatschappelijke waarde berekend en doet die waarde maal het aantal sporters. Eén van de redenen voor de gemeenteraad om in mei 2017 in te stemmen met de 165 miljoen euro steun voor Feyenoord City, waren de maatschappelijke baten die meekomen via het sociale programma. Die maatschappelijke baten zijn door Twynstra Gudde berekend eind 2016, op basis van de cijfers die toen gehanteerd werden. Dan vraag je je direct af: hoe zou de MKBA er uit zien nu het april 2018 is en vrijwel alle aantallen sporters naar beneden zijn bijgesteld?

Multisportclub

Met lonkende PR-taal wordt in 2016 de Multisportclub Feyenoord (een fusie van meerdere bestaande sportverenigingen op Rotterdam-Zuid) aangekondigd:

‘Bij een nieuw, toekomstgericht en open stadion hoort een nieuwe toekomstgerichte club. Feyenoord City brengt top- en breedte sport samen in de multisportclub Feyenoord. Nu traditionele banden als geloof, klasse en buurt aan belang hebben ingeboet, biedt sport – en volkssport voetbal bij uitstek – weer een basis voor mensen om zich te verenigen. (…) en met spannende sportconcepten legt het nieuwe verbindingen met cultuur in de stad. Feyenoord wordt hiermee een rolmodel voor de sport binnen en buiten Rotterdam. (…) Feyenoord en andere aangesloten topsportclubs en verenigingen profiteren daarnaast van de kruisbestuiving tussen verschillende sporten. Het doel is om in 10 jaar te groeien naar 100.000 leden waarvan er 10.000 leden actief sporten.’ (SMP, 2016, p.13)

Mooie taal, net zoals de cijfers die Feyenoord dat jaar toont. Feyenoord zegt in het SMP maar liefst 43.000 mensen binnen tien jaar te kunnen verleiden om iedere maand van de bank af te komen om op of rond Feyenoord City te gaan sporten… Driekwart daarvan gaat zelfs iedere week sporten! Twee jaar later, in het Sociaal Economisch Programma, geeft Feyenoord zelf eerlijk toe dat het aantal is bijgesteld:

2016: Feyenoord City levert 43.000 structurele extra sporters (elke maand), onder andere door de inzet van de multisportclub Feyenoord en levert daarmee een serieuze bijdrage (van ca. 8%) aan de sportparticipatie van de Rotterdammers. Van deze mensen gaan er 32.500 structureel wekelijks sporten.

2018: De ambitie met betrekking tot de sportdeelname naar beneden is bijgesteld van 32.500
nieuwe sporters wekelijks in 10 jaar tijd, naar 15.000 nieuwe sporters wekelijks (jong en oud) in 10 jaar tijd.

De cijfers zijn dus gehalveerd. Waar het nieuwe aantal van 15.000 op gebaseerd is, komt de lezer niet te weten. Wederom: denkt u ook dat dit gevolgen heeft voor de maatschappelijke kosten-batenanalyse?

Het zijn niet de enige cijfers rondom die Multisportclub waar iets niet mee klopt. Over drie andere cijfers omtrent de Multisportclub wil ik nog even iets kwijt:

– Allereerst die 100.000 leden van de Multisportclub, dat prachtige aantal. Daar wordt in 2018 niet meer over gesproken in de communicatie. Men zal waarschijnlijk beseft hebben dat dat cijfer vooral retoriek was en nu niet meer geloofwaardig overkomt. Ook op de website van Feyenoord City is dat aantal inmiddels verwijderd.
– Maar interessanter is het aantal van 50 betaalde arbeidsplaatsen bij de Multisportclub die Feyenoord City in 2016 belooft (SMP, 2016, p.14). Dit aantal is meegegaan in de MKBA en toch heb ik nog nergens gezien waar dit geld voor de arbeidsplaatsen (loon en secundaire arbeidskosten) vandaan komt of welke functies bij die 50 nieuwe werknemers van de Multisportclub Feyenoord horen.
– Dan het laatste cijfer. Hoe zat het ook alweer met de satellietclubs in de zeven focuswijken?
2016: Multisportclub Feyenoord richt – in samenwerking met lokale sportaanbieders –
satellietclubs op in de zeven omliggende focuswijken. De club komt zo letterlijk dichterbij de mensen en biedt de mogelijkheid om in de eigen wijk te gaan sporten (onder de vlag van Feyenoord). (SMP, 2016, p.14)

2018: Doel is om in tien jaar tijd drie tot vijf Feyenoord Hubs in de wijken op te richten om het sociaaleconomische aanbod van Feyenoord in samenhang naar de wijken te brengen. Feyenoord wordt als het ware ‘uit De Kuip en naar de wijken gebracht’. Deze hubs fungeren als steunpunt van Feyenoord in de wijk. (Werkplan SEP, 2018, p.3)

Geen woorden maar daden

Wellicht lijkt het voor u als lezer dat ik tegen de Multisportclub Feyenoord ben. Maar dat is niet zo, sterker nog: ik vind het idee echt tof. Feyenoord Basketbal klinkt mij beter in de oren dan Forward Lease Rotterdam. En ik gun iedereen een leuke jeugd vol met sport, daarom is het ook zo goed dat er een Jeugdsportfonds is waar kinderen uit gezinnen met weinig geld kunnen aankloppen. Ook gun ik iedereen een goed betaalde baan en wanneer mijn geliefde Feyenoord daaraan kan bijdragen, ondersteun ik dat van harte. Ik lees louter goede sociale ideeën in de vier geanalyseerde documenten: op de sociale ideeën an sich kan echt niemand tegen zijn.

Maar het gaat mij in deze analyse niet om die ideeën. Het gaat ergens anders over. Het is Feyenoord sinds 2008 niet gelukt om de supporters in te laten zien dat het nieuwe stadion een verbetering zal zijn, het is Feyenoord niet gelukt om commerciële marktpartijen dat in te laten zien én het is Feyenoord jarenlang niet gelukt om de gemeenteraad te overtuigen. Maar wanneer één van die drie zou toehappen, kon het snel gaan dacht men bij Feyenoord. Zo is de koppeling naar het sociaal domein ontstaan, waarvoor de gemeente sinds 2015 volledig verantwoordelijk is geworden (en het eigenlijk niet alleen aan kan). Feyenoord belooft de gemeente te gaan helpen in de sociale problematiek en maakt de gemeente enthousiast voor haar plannen. Maar Feyenoord vraagt er wel iets voor terug.

Onder het mom van een sociaal programma, wordt de gemeente nu door middel van een gigantische geldelijke bijdrage in een vastgoedproject van Feyenoord (het nieuwe stadion) gezogen. Zonder sociaaleconomisch programma had de gemeenteraad van Rotterdam nooit 135 miljoen euro toegezegd, maar omdat de maatschappelijke kosten-batenanalyse uitwees dat eventuele investeringen lonend zijn, was de gemeenteraad om. Feyenoord kreeg het broodnodige miljoenenbedrag.

De raadsleden wisten toen, in mei 2017, nog niet dat de gebruikte aantallen fictief, onrealistisch of te hoog waren. Uit deze analyse blijkt duidelijk dat op verschillende punten in het Sociaal Economisch Programma de situatie nu drastisch anders is dan in 2016. Het is de taak van de gemeenteraad om zich dan ook af te vragen hoe die MKBA er nu uit zou zien. Het gaat immers om een miljoeneninvestering op basis van duidelijk achterhaalde cijfers. Om die reden roep ik de gemeenteraad van Rotterdam bij dezen op: vraag bij het college van B&W om een nieuwe, actuele MKBA alvorens nog meer gemeenschapsgeld te (des)investeren.

Stadslog.nl