Rotterdamse ‘stadioncrisis’ in een notendop: komt van uitstel nu afstel?

Het nieuws sloeg gisteren in als een bom: wéér een jaar uitstel voor het nieuwe stadion van Feyenoord. Na al eerdere vertraging is dit een fikse tegenvaller voor de plannenmakers, die nu mikken op 2025 als openingsdatum. Tegenstanders van het stadionplan van Feyenoord weten het echter al zeker: van uitstel komt afstel. De Rotterdamse ‘stadioncrisis’ in vijf vragen.

De top van de club Feyenoord en Stadion Feijenoord maakten gisteren bekend dat het nieuwe stadion pas in 2025 open gaat. Wat betekent dat?
Dat houdt in dat vrijwel alle belangrijke momenten in de plannen mee schuiven. Dus de eerste paal gaat niet in april 2021 de grond in, maar in maart 2022. De zogenoemde financial close – ofwel het moment dat de financiering rond moet zijn – schuift ook op: van april 2021 naar de zomer van dat jaar. Bovendien zullen alle onderdelen van het project met het oog op de nieuwe einddatum opnieuw tegen het licht worden gehouden, zoals het veelbesproken ondernemingsplan en de bouwkosten. De rekenmeesters van Feyenoord City kunnen dus wederom flink aan de bak. Pas als alles in kannen en kruiken is, kunnen de vergunningen worden aangevraagd

Waardoor wordt de vertraging veroorzaakt?
Een complex van factoren, zei financieel directeur Carl Berg van Stadion Feijenoord gisteren tijdens een aandeelhoudersvergadering in de Kuip. Zo vraagt het verkrijgen van de benodigde vergunningen – inclusief de cruciale omgevingsvergunning – meer tijd en blijkt het bouwen op de smalle strook tussen het spoor en de Nieuwe Maas ingewikkelder dan gedacht. Een deel van het stadion komt immers in de rivier te staan. Bovendien lukt het niet om bijtijds alle bouwgrond te verwerven en de bedrijven die er nu zitten weg te krijgen. Het gaat dan vooral om bouwmarkt Gamma en TLR International Laboratories.

Voor wie is dit slecht nieuws?
Voor verschillende betrokken partijen, met het Stadion Feijenoord voorop. Stadiondirecteur Jan van Merwijk maakte bekend dat de Kuip afgelopen boekjaar een verlies leed van 7 miljoen euro en de schuld is opgelopen tot 27 miljoen euro. Een jaar langer voetballen in het huidige, monumentale onderkomen betekent een jaar langer onderhoud, wat eveneens in de miljoenen euro’s gaat lopen. De vraag is ook of het ‘brugkrediet’ van 17,5 miljoen euro – nodig om de rekeningen in de planfase te kunnen betalen – nog wel toereikend is. De stadionbaas zei eerder dat als het project sneuvelt, er 20 miljoen euro voorbereidingskosten is verbrand. Dat bedrag is inmiddels opnieuw opgelopen. Het gevaar van een faillissement hangt dan als een Zwaard van Damocles boven de Kuip.

En nu?
Ofschoon de plannenmakers van Feyenoord City het uitstel zonder blikken of blozen brachten, is dit wel degelijk een fikse streep door de rekening. Aandeelhouders morren, steeds meer supporters keren zich af van het nieuwbouwplan en binnen de politiek in Rotterdam – die een cruciale bijdrage van 40 miljoen euro in aandelen moet leveren – groeit de ergernis over de gang van zaken. Zelfs de grootste voorstanders, zoals het CDA, fronsen de wenkbrauwen en balen flink van de plotse vertraging. De vraag of het stadionplan nog wel over de streep kan worden getrokken, is actueler dan ooit.

Betekent uitstel inderdaad afstel?
Volgens de tegenstanders van een nieuw stadion wél. Feyenoord City ziet echter geen onoverkomelijke problemen, en meldt in een persbericht de plannen ‘met volle kracht voort te zetten’. Feitelijk zijn er twee partijen die het stadion een halt toe kunnen roepen: de gemeenteraad, als die z’n geloof verliest in een goede afloop van deze mega-ontwikkeling. Mocht de 40 miljoen euro van de stad niet op tafel komen, dan wordt de basis onder het project weggeslagen. De andere spelbreker kan de club Feyenoord zijn, die in het nieuwe stadion moet gaan spelen. De nieuwe algemeen directeur Mark Koevermans stelde onlangs nog dat de bvo jaarlijks gegarandeerd 25 miljoen euro in het ‘Maasstadion’ wil ontvangen. Een bedrag dat in de jaren daarna verder moet oplopen. De vraag is of hij dat voor elkaar kan krijgen – de gemeente verzet zich hier tegen – én of dat in 2025 nog voldoende is om de concurrentie in Nederland naar de kroon te steken.

AD.nl