Voor wie de draad kwijt is: ’n nieuw Feyenoordstadion in een notendop

Feyenoord speelt al sinds jaar en dag (ofwel sinds 1937) in De Kuip, officieel Stadion Feijenoord. Na een fikse modernisering in de jaren 90 begon men begin deze eeuw op Rotterdam-Zuid na te denken over toekomstige huisvesting van de beroemde voetbalclub die menig kampioenschap, de Europa Cup I en de Wereldbeker binnensleepte.

De keus was simpel maar – zo bleek later – toch ook best knap ingewikkeld. Want zou de huidige monumentale Kuip een nieuw leven krijgen, óf zou Feyenoord kiezen voor nieuwbouw, en wáár dan? Eind 2008 werd in het Maasgebouw een eerste, serieuze poging gewaagd: nieuwbouw aan de rivier, bij het Eiland van Brienenoord. Opening in 2018, mits de Lage Landen het WK in dat jaar zouden binnenslepen. Dat werd Rusland, waarmee het plan in de ijskast ging.

Daarna klapte en knalde het op Zuid. Nadat Kuipdirecteur Jan van Merwijk op verschillende plekken het nieuwbouwproject alsnog van de grond probeerde te krijgen, mocht ontwikkelaar VolkerWessels een poging doen op Varkenoord. De Rotterdamse politiek trok in 2013 de stekker uit dit initiatief, genaamd Het Nieuwe Stadion (HNS), omdat te risicovol werd geacht voor de stad. De gemeente wilde niet garant staan voor een lening van 165 miljoen euro.

Vervolgens kwam ‘vernieuwbouw’ – ofwel renovatie en modernisering van de Kuip – in beeld, en het uit Feyenoord gelederen voortgekomen ReddeKuip en bouwer BAM streden om deze pretentieuze klus. BAM won die tweestrijd, maar kwam er niet uit met Feyenoord. Ook dit plan strandde.

Atletiekbaan
Uiteindelijk presenteerde voorzitter Cees de Bruin van de raad van commissarissen van Stadion Feijenoord in 2015 het ambitieuze Feyenoord City: niet alleen een hypermoderne thuisbasis voor Feyenoord aan de Nieuwe Maas, maar óók een hele trits ontwikkelingen er omheen, inclusief een andere functie voor de Kuip, waarin onder andere woningen, een bierbrouwerij en een atletiekbaan worden gedacht. Doel van de hele exercitie: Feyenoord weer terugbrengen aan de top het vaderlandse voetbal én hoge ogen gooien in Europa.

Het befaamde architectenbureau OMA van Rem Koolhaas werd binnen gehengeld voor dit mega-karwei. Het stadion à 365 miljoen euro en 63.000 plekken zou verrijzen ten noordwesten van de wijk Veranda (de ‘Gamma-locatie’) en de Amerikaanse investeringsbank Goldman Sachs werd betrokken bij de financiering.

Vorig jaar juni stemde de Rotterdamse politiek in met een aandelenpakket van 40 miljoen euro in het nieuw stadion. De stad zou bovendien voor maximaal 60 miljoen euro de bouwgrond verwerven en in erfpacht uitgeven en 35 miljoen euro in verkeer en vervoer steken. Om die 40 miljoen ook daadwerkelijk te krijgen, moet Feyenoord zich aan 17 voorwaarden houden, variërend van een bijdrage aan het mobiliteitsplan tot de oprichting van een multi-sportclub.

Rekenmeesters
Criticasters roerden zich echter en verenigden zich in het initiatief Stadion op Zuid. Ze onthulden menig tegenvaller voor het Feyenoord City-plan bloot, maar het project leek in september toch af te stomen op een ‘ja’ van Feyenoord, cruciaal om de start bouw in 2020 en oplevering in 2023 mogelijk te maken.

Daar kwamen twee maanden bij. De International Stadia Group (ISG), die het ondernemingsplan van het nieuwe stadion doorrekende, concludeerde dat de rekenmeesters bij Feyenoord City te optimistisch waren geweest: ze gingen uit van te veel bezoekers, te hoge horeca-inkomsten en te veel rondleidingen. Feyenoord City is op dit moment druk doende om die plooien glad te strijken, onder andere door meer inkomsten uit het zakelijk deel van het stadion te halen.

Er kwam nóg een kink in de kabel, en die heette Feyenoord-directeur Jan de Jong. Die vreesde dat Feyenoord onvoldoende zekerheid had op toekomstige inkomsten uit het stadion en eiste dat Feyenoord vanaf 2023 jaarlijks minimaal 25 miljoen euro zou krijgen betaald in het ‘Stadion aan de Maas’. Bovendien wilde hij dat de club daarbij vooraan staat in de rij geldeisers, dus nog vóór de stad en de banken.

Wisselgeld
Wethouder Visser (D66, financiën) met in zijn kielzog vrijwel de gehele Rotterdamse gemeenteraad blokkeerde dat plan. Het was tegen de afspraak én Europa zou deze constructie uitleggen als verboden staatssteun. De laatste weken werd achter de schermen koortsachtig gewerkt om De Jong tóch over de streep te trekken: met behulp van extra geldschieters moet hij voldoende vertrouwen krijgen dat het wel snor zit met de jaarlijkse vergoeding van minimaal 25 miljoen euro voor het spelersbudget. De hoop is dat hij als wisselgeld de plek vooráán bij de geldkraan laten varen.

Naar verwachting zal de gemeenteraad van Rotterdam op 22 november de vandaag gepresenteerde voortgangsrapportage in grote meerderheid omarmen. Vervolgens zal de Feyenoord City-trein voort denderen naar de volgende halte – het ‘aftikken’ van het financieringsbedrag à 444 miljoen euro – en het eindstation in de zomer van 2020, als het bestemmingsplan onherroepelijk is. Pas dan is er geen weg meer terug en zal De Kuip in 2023 vaarwel worden gezegd.

AD.nl