Het toekomstige Feyenoordstadion moet een robuust bouwwerk worden, dat pronkt aan de Nieuwe Maas. Maar wat is er te beleven op straatniveau? Het gemeentelijke Q-team Feyenoord City, dat waakt over de kwaliteit van deze mega-ontwikkeling op Zuid, maakt zich zorgen. ,,Het moet geen windgat worden.’’
Het gezelschap deskundigen, onder leiding van architect Robert Winkel, werkt tot dusver een beetje in de luwte. Waar politici en voor- of tegenstanders van een nieuw stadion op Zuid regelmatig op de barricades klimmen, houdt het ‘kwaliteitsteam’ zich gedeisd. Toch is hun oordeel cruciaal. ,,Want wij adviseren direct aan de wethouder wat goed is, maar ook wat beter kan’’, aldus de voorzitter.
Jullie hebben al een paar presentaties van Feyenoord City achter de rug. Wat is het oordeel tot nu toe?
Winkel: ,,Het ontwerp heeft de bezuinigingen tot dusver aardig doorstaan. Het is een goed, stevig stadion. Robuust, Rotterdams. Waar we ons zorgen om maken is de aanhechting met de stad. Het stadion moet ook verbinden. Want het is al zo’n druk knooppunt. Met straks de derde oeververbinding, de trein die er langskomt, het Varkenoordse Viaduct, de wijken die er omheen liggen. Dan mag het stadion geen obstakel worden.’’
Maar het stadion komt in een heel smal gebied te staan, een stukje in de rivier zelfs. Veel speelruimte heb je daar niet…
,,Ja, dat kan wel zo zijn, maar we hebben te maken met een stadion dat zo’n 60 dagen per jaar wordt gebruikt voor voetbal, evenementen en concerten. Maar de andere dik 300 dagen moet het stadion ook werken in de omgeving. Daar moet meer aandacht voor komen. Het moet geen windgat worden.’’
Wat hadden jullie zelf in gedachte?
,,Nou, wat betreft de kwaliteit van het stadion op maaiveld-niveau, daar kan nog wel een tandje bij. Stel je voor dat je daar elke dag voorbij fietst, ben je dan trots dat je langs het stadion komt of heb je het idee dat je langs een keerwand rijdt? Dat het stoer wordt is prima, maar het is ook onderdeel van de stad. Dat moet goed uit de verf komen. Mensen moeten zich hier thuis voelen, ook als je niets met voetballen hebt.’’