Feyenoord City voor beginners

De trainingsjaren zijn voorbij. In het Rotterdamse stadhuis gaat het om het echie als de politiek zich woensdag buigt over Feyenoord City. Na veel vallen en opstaan ligt er voor de tachtigjarige Kuip het zoveelste plan op tafel voor een nieuw stadion. Wie in de berg rapporten en cijfers het spoor bijster is geraakt: de stand van zaken.

Na de beker van vorig jaar en de kampioensschaal in het verschiet aast Feyenoord op meer successen. De club van Zuid wil altijd wel spelen om de nationale titel, wil zich graag laten zien op het Europese voetbalpodium. Daarvoor moeten betere (lees: duurdere) spelers in het veld staan. Om die topploeg te kunnen betalen, is een nieuw stadion met 63.000 plaatsen nodig. Een thuishonk bovendien dat ook buiten de wedstrijddagen geld opbrengt met rondleidingen, een uitzichtpunt, horeca, evenementen, zaalverhuur en een nog geheime attractie. Dat alles moet het spelersbudget opkrikken naar zeker 34 miljoen euro, of liever nog naar 40 miljoen en meer.

Voor de stad moet het nieuwe stadion een vliegwiel worden voor een flinke opknapbeurt van het ietwat desolate gebied eromheen. Een uitgelezen kans om dit deel van Rotterdam-Zuid om te toveren tot een bruisend woongebied, met veel sportief vertier. Want de ambities van het stadsbestuur zijn hoog. De Zuiderling, die doorgaans anderhalf jaar minder oud wordt dan de gemiddelde landgenoot, moet meer gaan bewegen. Bovendien sluiten het moderne stadion en het omliggende Feyenoord City naadloos aan bij het streven van de stad om nog meer toeristen naar 010 te halen. Met de extra banen is ‘de Boerenzij’ ook gebaat.

Wat is de inzet?
Uiteindelijk draait alles om geld. De bouwkosten van het nieuwe stadion zijn begroot op 253,5 miljoen euro. Reken je de loopbruggen, parkeergarage en inrichting van de omgeving mee, dan kom je uit op 365,7 miljoen. Op de eindrekening staat Rotterdam voor 135 miljoen euro op de lat. Daarvoor krijgt de stad voor 40 miljoen euro aan aandelen in het stadion terug en koopt ze voor 60 miljoen grond die ze vervolgens in erfpacht uitgeeft. De resterende 35 miljoen euro gaat zitten in wegen, bruggen en fietspaden.

Wie zijn de toeschouwers?
De Rotterdamse belastingbetaler, die 135 miljoen euro meebetaalt aan het bouwplan. Krijgen de 630.000 Rotterdammers waar voor de 221,71 euro die ze per persoon eraan uitgeven? Wel als de dromen van nu straks werkelijkheid zijn. Maar vooralsnog geldt: behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. Wat betreft geldelijk gewin is de stad helder: het gaat niet zo zeer om de hoogste uitkering, maar veel eerder om de ontwikkeling van het gebied rondom de Kuip op gang te helpen.

Wat is het gedroomde wedstrijdverloop?
Een gelijkspel met een monsteruitslag. Als de wedstrijd gelijk opgaat en de voetbalclub Feyenoord Rotterdam NV en de Stadion Feijenoord NV enerzijds en de gemeente Rotterdam anderzijds op onderdelen van hun plannen gelijkmatig scoren, is de kans groot dat Feyenoord City ook daadwerkelijk van de grond komt.

Zijn er spelregels?
Ja. Van Europa mag de stad niet zomaar een zak met geld in de Kuip steken. Dat is verboden staatssteun en daarom moet de gemeente voor elke geïnvesteerde euro dividend of pacht terugkrijgen. Verder moet ook Feyenoord City alle vergunningen in huis hebben. Rotterdam zet de betrokken ambtenaren op afstand, zodat ze onbelemmerd hun werk kunnen doen. Spelregel 3: voordat Rotterdam het geld daadwerkelijk overmaakt, moet Feyenoord aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet Feyenoord voor de verbouwing van de Kuip jaarlijks 1,5 miljoen euro apart zetten en moet het volgend jaar al laten zien dat meer supporters de auto thuis laten.

Wie zijn de coaches?
De Rotterdamse gemeenteraad namens de stad, de bestuurders van de club en Stadion Feijenoord. Zij gaan over de centen.

Wie zijn de gezichtsbepalende spelers?
Voor Feyenoord zijn dat vooralsnog de supporters. Stapt nu nog 70 procent in de auto naar de Kuip, binnen tien jaar moet dat percentage zijn gedecimeerd. Hoe? Daarvoor moeten de puntjes nog op de i worden gezet, aangezien verkeerswethouder Pex Langenberg Feyenoord terugstuurde naar de plantafel. De club biedt wat de bestuurder betreft geen afdoende oplossingen voor de aan- en afvoer van de 63.000 supporters op wedstrijdddagen.

Maar dat het aantal parkeerplaatsen rond het nieuwe stadion wordt ingeperkt en parkeren straks flink duurder wordt, daarover zijn ze het wel eens. Dat geldt ook voor het uitgangspunt om het Legioen warm te krijgen voor fiets en openbaar vervoer. Er komen 5.500 parkeerplekken voor de fiets, het treinstation wordt overkapt, tramhaltes verbreed, de frequentie van tram en trein moet omhoog en er komt meer vervoer over water. Omdat Feyenoord ook wel snapt dat autogebruik hardnekkig is, wordt nagedacht over voordeeltjes voor hen die kunnen aantonen dat ze met tram of stalen ros komen. Korting op een seizoenkaart bijvoorbeeld. Meer vertier en een groter aanbod van horeca moet supporters verleiden om eerder richting stadion te komen en na de wedstrijd langer te blijven hangen. Opdat de euro’s gaan rollen en de supporters niet allemaal tegelijk huiswaarts gaan.

De stad heeft op haar beurt een omstreden speler in het veld gebracht: Twijnstra Gudde, samensteller van ‘een maatschappelijke kosten-baten analyse’. In die mkba nemen de adviseurs klakkeloos de te verwachten 2,5 miljoen bezoekers over die de gemeente Rotterdam en Feyenoord in het nieuwe stadion zeggen te ontvangen. Nu komen er op jaarbasis 1 miljoen fans naar de Kuip.

Voor rondleidingen in het nieuwe stadion en het Feyenoordmuseum in de Kuip gaat de adviseur uit van 300.000 belangstellenden per jaar. Nuchter Rotterdam moet het nog zien gebeuren dat de club zich schaart in het rijtje van grote publiekstrekkers als Barcelona en Manchester United, die buiten de wedstrijden om 300.000 en 200.000 bezoekers per jaar scoren. Criticasters vragen zich openlijk af of de stad zich met de rekensommen van Twijnstra Gudde niet rijk rekent en de voetbalclub op termijn niet opzadelt met een gigantisch financieel probleem. Ze vrezen een stadion dat een blok aan het been van Feyenoord wordt.

Zit er nog een een-tweetje in?
Feyenoord City haakt in op stedelijk beleid om de Rotterdammer van de bank te krijgen. Gekozen is daarom voor ambitieuze plannen om van Rotterdam de grootste en meest innovatieve sportstad van Nederland te maken. Wie wil er nou niet (virtueel) de 100 meter lopen tegen Usain Bolt? Of een balletje slaan tegen Novak Djokovic? En welke supporter droomt niet van de beslissende penalty in een kolkende Kuip? Het kan straks in de Sport­experience. Het moet het stadsbestuur als muziek in de oren klinken dat Feyenoord met deze ‘wereldwijd toonaagevende’ attractie een half miljoen bezoekers hoopt te trekken. Maar naast sportbeleving draait het ook om deelname. Niet voor niets moet de buitenruimte straks uitnodigen tot een rondje skaten of rennen. De voetbalclub wil dat door Feyenoord City jaarlijks 43.000 mensen actief aan sport gaan doen. Het vernieuwde stadsdeel moet voor meer mensen dan alleen de voetbalsupporter aantrekkelijk worden. Nee, Feyenoord moet zelfs de grootste multisportclub van Nederland worden, waarin Koning Voetbal weliswaar heel belangrijk, maar niet langer alleenheerser is.

Hoe gaat de bal verder rollen?
Woensdag buigt de politiek zich over de stadionplannen, in april is een oordeel gepland over de gemeentelijke aankoop van 40 miljoen euro aan aandelen, teneinde andere investeerders over de streep te trekken. Aan sportwethouder Adriaan Visser, bij de première van musical De Marathon nog gesignaleerd in Feyenoordshirt, het plan door de raad te loodsen. Een klus waarbij hij zijn roodwitte clubshirt wijselijk zal thuislaten.

AD.nl