Mr. Cees en de historie van de Kuip (5)

door Jan D. Swart

De Kuip en de aandelen. Inzet: Cees Ultee (l) en Cees de Bruin (r)

De leden van Feyenoord staan vanavond (maandag) voor de belangrijkste beslissing in het bestaan van de 81 jaar oude Kuip.

Staan zij hun 52% aandelenbelang gratis af aan de N.V. Stadion of vragen ze het bestuur van de moedervereniging nog even de tijd om:
1) af te wachten of de gemeente inderdaad 40 miljoen in het nieuwe stadion pompt,
2) te onderzoeken waarom er stel op sprong een buitengewoon algemene vergadering werd ingelast met volgens insiders weinig voor-info,
3) te rechercheren wat hier achter steekt,
4) na te gaan wat de consequenties zijn van een versnelde aandelenoverdracht als er later geen nieuw stadion komt,
5) informatie te krijgen over het plotselinge bod op de Kuip van de Stichting Vrienden van de Kuip, die al even plotseling is opgericht en:
6) te vragen wie die Vrienden dan zijn.

Het is niet de eerste keer in de lange geschiedenis van De Kuip dat er jacht op de aandelen van De Kuip wordt gemaakt en dat geld en macht daarbij een belangrijke rol spelen. In de vijftiger jaren had de toenmalige voorzitter Cor Kieboom vooral veel hinder van de beleggers die zich in het minderheidsgezelschap (48%) ophielden. Toen na 1955 De Kuip eindelijk enigszins vol liep door de komst van Schouten-Van der Gijp-Moulijn wilden ze dividend. Waarna Kieboom antwoordde: ”Amehoela.” Hij wilde doorinvesteren. Vijf jaar later kwamen de eerste Europa Cup-successen. Rotterdammers lagen onder dekens voor sigarenzaken voor een kaartje. Stadshumorist Henk Kranendonk (Kraan) had er honderden. Daar is een boek over geschreven.

HCS-affaire 1988

Pijnlijker werd het toen de amateurtak van Feyenoord in de zeventiger jaren van de betaald voetbal organisatie werd gescheiden. De profs speelden toen ineens in een huurstadion. De aartsvader van Feyenoord, Cor Kieboom, was daarover zo in zijn kuif gepikt dat hij bij de thuiswedstrijden een seizoen lang uit protest op de Maastribune ging zitten. Dat was toen wel in de zon.

Maar het allerergste moment volgde in 1988 toen de werkvloer bij Feyenoord anderhalf jaar stijf stond van de ruzies en shirtsponsor HCS – met een claim van twaalf miljoen gulden op de betaald voetbaltak – vanuit een machtspositie Rotterdam bijna een Apocalyps bezorgde. Het wilde de Kuip kopen.

Acht jaar na de dood van Cor Kieboom stond er toen ineens een man op, die op Kieboom leek: Jaap de Jong. De Rotterdamse Volvo-dealer. Zijn kantoor en showroom bevonden zich op nog geen vijftig meter van de modezaak van Coen Moulijn. De Jong adviseerde de linksbuiten al toen die het stadion nog in de ban van betovering bracht.

In de chaos van alle structuurwijzigingen destijds, waarin zelfs het stemrecht over de 52% van de aandelen van de moedervereniging bij de Beheerstichting terecht was gekomen (en dat was dezelfde Beheerstichting die daarna op non-actief werd gesteld) resteerde er voor troubleshooter en oud-staatssecretaris Joop van der Reijden nog maar één handtekening om de Kuip aan het internetbedrijf HCS te kunnen verkopen. Het was de handtekening van de (enig overgebleven) gedelegeerde stadioncommissaris: Jaap de Jong.

Mr. Cees Ultee

Zondagmorgen 21 januari 1990, half twaalf. Het veilingterrein in Barendrecht is uitgestorven, maar voor één kantoor staan drie auto’s. Binnen zitten Willem van ’t Wout, Jaap de Jong en Henk de Leeuw. Drie ouderwetse Rotterdamse koopmannen die met de telex op hun slaapkamer hun bedrijven begonnen waren. Ze handelden respectievelijk in nikkel, auto’s en fruit.

Maar er arriveert een vierde auto, de kleinste. Die is van mr. Cees Ultee, die zich door vrienden Hekking laat noemen en toen al allerlei functies bij Feyenoord bekleedde en een beetje in doen en laten de persoonlijke assistent van Stadion-directeur Hans Kraay leek. Hij had de drie heren bijeen geroepen, omdat de verkoop van het stadion ook de onnavolgbare Cees Ultee een stap te ver ging.

De bespreking van de drie koopmannen was historisch kort, want Jaap de Jong wilde ’s middags naar Feyenoord – FC Utrecht, Willem van ’t Wout moest met overgevlogen Cubanen de stad in en Henk de Leeuw had thuis zijn zinnen gezet op het EK-schaatsen in Heerenveen om te zien of Bart Veldkamp was opgewassen tegen Johan Olav Koss. In nog geen kwartier tijd besluiten ze eensgezind, mocht het zover komen, tot een gezamenlijke overbieding van HCS om daarmee het stadion via een langlopende lening op de oude schuld terug te geven aan de aandeelhouders.

Over mijn lijk

Van alle onder dwang van Van der Reijden afgetreden commissarissen van het stadion bleef Jaap de Jong aan. ‘’Hoe dat dan precies moest met de eigendomsverhoudingen van De Kuip, dan was die mannen een worst. Ze wilden maar één ding en dat was dat het stadion niet in vreemde handen zou vallen’’, vertelde later zoon Theo de Jong.

‘’Over mijn lijk, zei mijn vader en zo kende ik ‘m. Net als Van ’t Wout en De Leeuw was hij zo’n echte naoorlogse entrepreneur, die zaken in een paar minuten beslist wilde hebben. Mannen met eigen bedrijven, ouderwetse zelfbeslissers. Bovendien echte Rotterdammers, die zoiets hadden als: ‘’krijg nou gauw het lazarus, dat gaan we niet doen.’’ Die stijl.

Joop van der Reijden had gezegd: ‘’iedereen van zijn positie af, want we gaan schoon schip maken bij Feyenoord.’’ Maar hij maakte één beoordelingsfout. Hij benoemde mijn vader tot gedelegeerd stadioncommissaris voor de lopende zaken, zich niet realiserend dat hij dit juist aan de verkeerde vroeg. Mijn vader had helemaal niets met politici, was niet onder de indruk, maar vooral argwanend.

Jaap de Jong zette zijn handtekening niet. ‘’Ik hoor Van der Reijden nog tegen mijn vader zeggen: ‘’U verziekt alles.’’

Stik de moord maar

‘’De verkoop van De Kuip vond Joop van der Reijden een werelddeal. Dat zei hij ook. Je kan dit gebouw aan de straatstenen nog niet kwijt. Hij was bezeten van de gedachte om in één klap alle schulden weg te werken’, zou Blankemeijer later vertellen. ‘’Maar Jaap de Jong zei: ‘’stik de moord maar. En ik kon hem wel zoenen.’’

2019 – Jaap de Jong en Fred Blankemeijer leven niet meer. Ger van Welsenes, de voorzitter van de toenmalige Beheerstichting, stierf kort geleden. Ook Hans Kraay en Joop van der Reijden zijn niet meer onder ons. Henk de Leeuw woont in Polen en is net als Willem van ’t Wout op hoge leeftijd. De  flamboyante HCS-directeur Huub van de Boogaard is ook niet oud geworden (66), maar onverminderd actief in Feyenoord-kringen is nog altijd mr. Cees Ultee.

Hij is jurist bij de Willem van t Wout-concerns, bestuurslid van de moedervereniging Feyenoord en zit bij de thuiswedstrijden van het eerste elftal in De Kuip naast de Rotterdamse miljardair Cees de Bruin, de president-commissaris van de N.V. Stadion.

Mr. Cees heeft van de Kuip-aandelen ’n beetje zijn levenswerk gemaakt en vindt nu dat die naar de club van Cees de Bruin moeten. Vanavond gaat zijn oud-voorzitter Hans Fortuin namens een Groep Verontruste Feyenoorders aan hem vragen: waarom? En vooral: waarom zo snel?

Dagblad010.nl