Nou ja zeg! Waren de plannenmakers, vastgoedboys, bankiers, politici en voetbalbestuurders potverdorie net zo lekker bezig met Feyenoord City, gaat het gewone volk zich er zomaar mee bemoeien. Is opeens het spel weer op de wagen en is het vooralsnog lang niet zeker dat het nieuwe stadion van 400 miljoen er gaat komen.
Onzin? Nee hoor, de stadiontrein mag dan rijden, en best hard ook, hij is nog te stoppen. Pas eind dit jaar, of zelfs in 2019, ligt het moment van go or no go. Dan moet de gemeenteraad – met tegen die tijd een stoet kersverse raadsleden met een eigen mening – over de brug komen met een bedrag van 135 miljoen voor stadion, grond en infrastructuur. Er is dus nog alle tijd om een bevredigend antwoord te krijgen op de volgende vragen.
Is Goldman Sachs een betrouwbare financier of een partij waarmee het straks bij betalingsproblemen kwaad kersen eten is? Is 400 miljoen euro niet wat veel geld voor een stadion voor onze, lieve, mooie volksclub? Redden de bouwers het eigenlijk wel met dat bedrag of zal er door nare omstandigheden – de zompige bodem daar langs de Maas, ik noem maar even wat – straks veel en veel meer nodig blijken om het project tot een goed einde te brengen? En hé, klopt het dat ook binnen de top van Feyenoord grote twijfels leven over dit plan?
Ja, sorry haastige heren van Feyenoord City, het zijn vervelende vragen. Maar dit zijn de vragen die momenteel leven in de stad. In Amsterdam is een soortgelijk verzet tegen de Arena ooit vrij snel opgegeven, waarna ze daar voor de rest van hun leven zitten opgezadeld met een betonnen bak die nooit tot leven is gekomen.
Gaat hier niet gebeuren. Dit is Rotterdam, het volk vertrouwt het zakie niet en wil dus antwoord. Dat hoort toevallig ook zo in een democratie. Of jullie dat leuk vinden of niet.
– Column Wessel Penning –