Steeds meer verzet tegen nieuwe Kuip: ‘Voor 25 miljoen moet je dit niet doen’

Nu er al tientallen miljoen zijn geïnvesteerd en De Kuip is gedegradeerd tot onderpand, is de komst van het nieuwe Feyenoord-stadion volgens velen een gelopen koers. Maar niets is minder waar. ‘Het gaat maar om één ding: een sterk en winnend elftal.’

Fluctuat nec mergitur. Oftewel: het schommelt op de golven, maar gaat niet onder.

Het Latijnse devies van de stad Parijs schiet door ons hoofd als we de trotse Kuip nog steeds zien staan. Van alle kant zwellen de stromen mensen aan, allemaal op weg naar dezelfde plek, waar ze samen een zee zullen vormen rond het mooiste voetbalveld van Nederland. Het zou een scène uit lang vervlogen tijden kunnen zijn. Zo liepen ze hier tachtig jaar geleden en zo lopen ze hier nu. Feijenoord (toen nog met ij, net als de wijk waaruit het voortkomt) was in de jaren dertig zó populair geworden dat het moest gaan uitwijken naar Spangen van het deftige Sparta, maar dat leidde tot grote woede bij de achterban. Lang verhaal kort: het bestuur luisterde en bouwde prompt aan de rand van de stad in dik achttien maanden een enorm stadion. Zó snel dat toen het af was, de gemeente nog niet eens wegen had aangelegd. Het was een merkwaardig gezicht, zo’n kolossaal gebouw midden in de weilanden. Bij de opening tegen het Belgische Beerschot, op 27 maart 1937, waren er al 37.825 toeschouwers. Nu, 82 jaar later, lopen we hier nog steeds als gelovigen op weg naar de hoogmis. Maar hoelang nog?

De lichtmasten schijnen al van verre, als bakens in donkere tijden. Vuurtorens voor de velen die overal vandaan komen om hun club aan te moedigen. De auto’s schuiven bumper aan bumper over het natte asfalt. Als journalist heb je een parkeerplaats vlak bij het stadion. Stalen hekken liggen plat op het trottoir, een jongen met een sigaret in zijn mond wijst met een breed armgebaar waar we zouden kunnen gaan staan. Dit is geen plek waar je in de avond even gezellig met je hond gaat wandelen. Voor de stadionloketten zien we lange rijen getrouwen, gewend aan de lange wachttijden.

Het stadionplein oogt als een rauwe Anton Pieck uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. De vale verlichting wordt onderbroken door oude caravans waarin straatverkopers hun waar slijten. Sommigen hebben een megafoon rond de nek en schreeuwen over 020 om extra klandizie te trekken. De geur van frituurvet en bakplaten vult het terrein. Hier geen muntjesapparaten, je betaalt gewoon cash. In de donkerste hoek van het plein kun je nog kaarten kopen bij een veredelde container.

Wij lopen door naar het persloket. Een vuile, grauwe telefooncel-achtige creatie waarvan het raampje zó bekrast en vaal is, dat je de dame achter de ramen nauwelijks kunt zien. Binnen in de voetbaltempel zit de vogelpoep op de stoeltjes, klotst de urine al vóór de wedstrijd over de vloeren van de urinoirs en zijn de wachttijden bij de catering onder de tribunes van DDR-achtige proporties. In een oude zaal beuken de hardcore decibellen. Meer en meer waan je je in een museum-experience, waar je kunt ervaren onder welke omstandigheden de arme arbeidersklasse vroeger voetbalwedstrijden bezocht.

BILNAAD
Nul comfort, nul service en nul luxe. U allemaal aangeboden door de directie van Stadion Feijenoord. Een directie die het eigen complex liever gisteren dan vandaag plat wil gooien. Op de onderste rijen van de overdekte tribunes regen je nat tot in je bilnaad. Maar eenmaal binnen beland je wel in het mooiste voetbaldecor op aarde. Zodra het eerste fluitsignaal gaat, is er de onbetaalbare magie van De Kuip. Een plaats waar je van het ene op het andere moment de rest van de wereld achter je laat en jezelf bijna vergeet. Hoe het gebeurt, weet je niet, maar je wordt als vanzelf een onderdeel van de massa. Je eigen stem vermengt zich met die van anderen. Je wordt onderdeel van een collectieve ervaring.

Oer-Feyenoorder Jan Boskamp, die er zelf vele wedstrijden speelde en bezocht, kan als zijn woon- en verblijfplaats gerust De Kuip invullen. Ook voor hem zal de toekomstige sloop voelen alsof het hart uit zijn leven wordt gerukt. ‘Je wordt als speler echt gedragen door de energie die daar vrijkomt’, weet hij. Ook Willem van Hanegem bezwoer geen stap in het nieuwe stadion te zetten. Oud-voorzitter Jorien van den Herik waarschuwde al meermalen en maande de club de thuishaven eerst maar eens netjes schoon te gaan houden. Buurtbewoner en kampioenscoach Leo Beenhakker wil er niets van weten.

De lijst is oneindig, twee weken geleden voegde de rijkste Rotterdammer, Aat van Herk, in een interview met Quote zich in het rijtje. ‘Ik zal geen geld steken in een nieuw stadion, dat is echt een kansloos project’, liet hij optekenen. ‘Je moet gewoon De Kuip renoveren of upgraden, dan hoef je ook geen veertig miljoen euro uit te geven.’ En toch staan de oudijzerboeren al handenwrijvend bij de poort. Een leven in blessuretijd is wat er lijkt te resten. De Kuip is echter niet te vatten in spreadsheets. Het mooiste stadion van Nederland wordt al jaren liefdeloos verwaarloosd, is afgeschreven door de directies van zowel club als stadion zelf. Nooit meer zou Feyenoord kampioen kunnen worden, wisten Eric Gudde en Jan van Merwijk al lang geleden. Sinds 14 mei 2017 weten we wel beter. Feyenoord pakte de titel en meteen schoot de omzet naar honderd miljoen euro. Op dat moment neus aan neus met Ajax en ver voor PSV. Dat is twee jaar geleden.
Nooit meer ook zou Oranje er nog spelen. Maar het Nederlands elftal kwam terug in De Kuip, de internationals spelen nergens liever, zijn bijna onverslaanbaar in het huis van Feyenoord. Het veranderde allemaal niets aan de tunnelvisie van enkelingen, voor wie het huidige stadion naar de schroot moest in ruil voor een peperduur stadion in de rivier. Er werd intussen zóveel in geïnvesteerd, dat er nauwelijks nog een weg terug lijkt. Maar afgelopen week werd in de gemeenteraad ineens openlijk gepraat over wat er nou moest gebeuren als dat nieuwe stadion niet door zou gaan. Je kunt niet eeuwig blijven wachten op investeerders van wie jaren geleden werd gezegd dat ze stonden te trappelen. Desnoods dan maar verder zónder stadion, was het sentiment.

Een belangrijk rooksignaal of een losse flodder? En wanneer neemt de club eindelijk eens de teugels in de handen? Feyenoord lijkt wel een gekaapt containerschip, zonder directie op de brug, zonder kapitein aan het roer. Anno 2019 genereer je het belangrijkste geld sowieso niet meer met je stadion, maar met Europees voetbal. Met een goed eerste elftal. Maar dan moet je wel winst maken op de transfermarkt, een goede jeugdopleiding hebben en bovenal een plan en een visie. Feyenoord heeft veel meer behoefte aan goede bestuurders dan aan een nieuw paleis. De regie is al lang geleden uit handen gegeven. Alsof het belang van de voetbalclub ondergeschikt is aan een nieuw stadion.

ICONISCH
Het maakt de fonkelnieuwe, glimmende en peperdure brochures over een nieuw iconisch stadion dan ook bijna lachwekkend. Iconischer dan de huidige Kuip gaat het niet worden. Dat het stadion niet verbouwd kan worden, is complete onzin. Dat van PSV is bijvoorbeeld nog dertig jaar ouder. Daar is het geld niet gestopt in luchtfietserij, wel in de thuishaven, die nu misschien wel de modernste van Nederland is. Liverpool, Barcelona, Real Madrid; ze kiezen allemaal voor renovatie. Net als Anfield, Camp Nou en Bernabéu is De Kuip zelf al iconisch. Het stadion had tien jaar geleden al vernieuwd moeten worden. Áls er al sprake is van metaalmoeheid, dan is dat vanwege de nieuwbouw drammers, die uiteindelijk toch hun zin lijken te krijgen.

Let op het woord lijken. Want de strijd is nog niet beslist. Bij Feyenoord wordt nu voor het eerst gefluisterd over een exit-strategie. Eindelijk. Want dit boek moet een keer dicht. Neemt u met ons een duik in ons eigen archief van ontelbare gesprekken, presentaties en interviews over het dikste dossier van deze eeuw. In oktober 2007 liepen mannen in pakken met hun telefoons aan het oor door de lobby van hotel De Witte Bergen. VI-collega Martijn Krabbendam en ondergetekende hadden een afspraak met de top van Feyenoord: Boudewijn Poelmann en Chris Woerts. Een – zacht gezegd – dynamisch duo met grote plannen. De twee wilden de volksclub transformeren tot een grootmacht zoals Benfica of Barcelona. Honderdduizend betalende leden moest kunnen. Misschien wel het dubbele. Massa was kassa. De twee preludeerden op ontwikkelingen op tv, waar straks alleen de samenvattingen nog op het open kanaal te zien zouden zijn; voor de rest van de wedstrijden moesten mensen zich abonneren op een betaalkanaal. Hoe groot het nieuwe stadion moest worden? ‘Doe maar groter dan Barcelona, dan zijn we meteen de grootste van Europa. Is dat 107 duizend? Schrijf maar op dan’, kraaide Woerts bij het afscheid. Twaalf jaar later staat er nog geen paal in de grond. Wel zijn er tientallen miljoenen euro’s betaald aan architecten en consultancybureaus. Geld dat je beter had kunnen besteden aan spelers.

De stadionsoap begint een enorme baard te krijgen en heeft Feyenoord niet alleen al veel te veel gekost, het verscheurt de club ook in steeds grotere mate. We zullen u niet vermoeien met de twee gigabyte aan dossiers. Het verhaal over romantici en realisten is een sprookje. Iedereen ziet dat deze Kuip een verouderde roestbak is, vernieuwing is noodzakelijk. De keuze tussen nieuwbouw en renovatie/vernieuwbouw is een sexy frame, maar niet de keuze waar het om gaat. Het levert Feyenoord domweg te weinig op. Een nieuw stadion moet een maximaal spelersbudget opleveren. Dus moet je als club kiezen voor de optie waar je uiteindelijk financieel het best van wordt. Al het andere geleuter is irrelevant. Bij een gelijke uitkomst behoud je dan natuurlijk je kroonjuweel: De Kuip.

MIDDELVINGER
Wat voormalig algemeen directeur Eric Gudde en zijn opvolger Jan de Jong bezielden, willen we niet eens weten. Maar met droge ogen zeggen dat er geen Plan B was, is een middelvinger naar de eigen achterban. Aan het enorme Legioen dat hún salarissen betaalde. Er ligt zelfs tot op de dag van vandaag een kant-en-klaar plan dat vele malen beter is. Al zeven jaar geleden werd Red de Kuip opgericht. Een coalitie van hoogleraren, architecten en bouwers met een liefde voor Feyenoord als gemene deler. Aan draagvlak geen gebrek, liefst negentienduizend mensen ondertekenden direct de doelstellingen om het stadion te vernieuwen en daarmee ook de inkomsten te vergroten. Binnen twee jaar lag er een concept om De Kuip in een nieuw jasje te steken voor de toekomst. Het dak omhoog, een extra ring en een nieuwe buitenkant met volop ruimte voor business, waren de belangrijkste ingrediënten. De plannen waren doorgerekend door gerenommeerde bureaus zoals Hypercube en gefundeerd door een groot bouwbedrijf, dat de klus kon klaren voor nog niet de helft van de prijs van de geplande nieuwbouw.

Meer dan minachting was er niet te registreren vanuit het Maasgebouw. De gesprekken waren onaangenaam en kort. De amateurs moesten het werk maar aan de professionals overlaten. De gemeenteraad wilde gelukkig wél kijken en was onder de indruk. Ergo: het veel te dure plan voor een nieuw onderkomen (destijds 360 miljoen euro) haalde de stemming niet eens. ‘Mensen, het is hier geen stadion’, waren de historische woorden van burgemeester Ahmed Aboutaleb na het uitbreken van het feest op de publieke tribunes. Bij de thuishaven zelf verzamelden andere aanhangers zich om vuurwerk af te steken. De Kuip was gered. Het Nieuwe Stadion, kortweg HNS genoemd, was gesneuveld: 1-0 voor de Feyenoord-familie.

De aanhang ziet vervolgens hoe de verkenners, die onder druk van de gemeente zijn aangesteld, uit dik vijftien plannen twee verbouwingen kiezen. Eentje van De BAM en het plan van Red de Kuip, waar de club nooit naar had willen kijken. De BAM wint uiteindelijk met een neuslengte, maar het doel is bereikt: het stadion wordt vernieuwd. De mensen van Red de Kuip kunnen eindelijk verder met hun leven en de BAM kan voor zo’n tweehonderd miljoen binnen twee jaar klaar zijn. De verbijstering en verontwaardiging zijn dan ook groot als de heren van het stadion en de club al vanaf de eerste gesprekken dwarsliggen en de brutaliteit hebben de plannen vrijwel direct in de prullenbak te gooien. Waarom? Omdat na wat aanvullende eisen van club en stadion de rekening uiteindelijk iets van twintig miljoen meer wordt. ‘Dat gaat ’m niet worden’, is de standaardtekst van stadiondirecteur Van Merwijk.

De klap in het gezicht van alles wat Feyenoord is, kan bijna niet harder als de heren met een nieuw plan komen. Deze keer geen 360 miljoen, maar 444 miljoen. Iconisch in de Maas. Supporters worden klanten en nee, er is geen cent in kas, maar dat komt allemaal wel goed. Je zou je als directeur van De Kuip kapot moeten schamen. Je eigen stadion, het mooiste van Nederland, verwaarlozen en laten verloederen. Het is intussen als onderpand in handen beland van de snelle jongens van Goldman Sachs. Het zou ons veel waard zijn de declaraties van alle betrokkenen openbaar te krijgen en wie weet lukt dat ook nog weleens. En Feyenoord? Daar wil al jaren niemand meer wat over het stadion zeggen. Als we eindelijk een keer een interview krijgen met Gerard Hoetmer, de president van de club, komt hij niet veel verder dan dat we hem moeten vertrouwen op zijn blauwe ogen. Hoetmer is intussen uiteraard allang weer weg. Net zoals Gudde en De Jong. De club is gedegradeerd tot een karretje in de Feyenoord City-expres. Op weg naar een eindstation/stadion waar Feyenoord volgens geen enkele bij ons bekende berekening beter van zou worden dan bij renovatie.

WANBELEID
Bij de voetbalclub hoort het over voetbal te gaan, maar de gesprekken in de directie-kamers gaan al jaren over stenen. In het stadion wapperen steeds meer vlaggen tégen het project. Bezorgd zien invloedrijke vrienden hoe ook de club lijkt te worden meegesleept in de stadionsoap. Nieuwe groeperingen melden zich aan de zijde van Red de Kuip, waaronder Vrienden van de Kuip en Stadion op Zuid. De Vrienden van de Kuip zijn geen kleine jongens, anders kun je geen bod van pakweg vijftien miljoen doen op de aandelen van het stadion. Die poging sneuvelt weliswaar, maar dat soort bedragen komen natuurlijk niet uit een collecte op Vak S. Dan heb je met een serieuze partij te maken.

Ook in de wandelgangen roeren steeds meer mensen zich. Mannen als Woerts en Poelmann zijn nooit echt verdwenen. Zo zorgen ze de afgelopen jaren ervoor dat Qurrent en Droomparken voor vele miljoenen op het shirt komen. De laatste tijd komen we de namen van het duo weer steeds vaker tegen als het over het stadion gaat. Woerts was na de gesprekken in De Witte Bergen vrij snel vertrokken bij Feyenoord, maar kent de omgeving van de club goed. Op romantische gevoelens zul je hem nooit betrappen, maar vanuit zijn netwerk ziet hij ook wel hoe de hazen lopen. ‘Het gaat maar om één ding: een sterk en winnend Feyenoord’, zegt hij nu. ‘We hebben nog wel Het Legioen en De Kameraadjes opgericht. Volgens mij heeft Het Legioen iets van honderdduizend leden en De Kameraadjes veertigduizend. Dus zo slecht hadden we dat niet gezien. Bij Feyenoord is er sindsdien niets gebeurd en in de rest van de wereld heel veel. De stadionplannen van toen zijn allang ingehaald door een compleet nieuwe realiteit. Nu gaat het om je Europese inkomsten, het grote geld komt uit de Champions League en de Europa League. Niet uit je stadion.’

Collega Tom Knipping rekende recent voor dat Feyenoord niet op lichtjaren achterstand staat door het stadion, maar simpelweg door wanbeleid. De afgelopen tien jaar verloor de club bijvoorbeeld meer dan dat zij won op de transfermarkt. En dat in een land dat bekendstaat om het opleiden. Qua merchandise en commercie winnen de Rotterdammers het van PSV en kunnen zij zich bij sportief succes meten met Ajax. Talloze onderzoeken wijzen uit dat Feyenoord de grootste underachiever van Nederland is. Met alleen een stadion los je niets op. De club schreeuwt om een sterke leiding en een duidelijke koers. Twaalf jaar zwalken heeft een prijs. Ajax en PSV raken uit zicht en zelfs het kleine AZ komt voorbij stormen. Nota bene onder Robert Eenhoorn, de man die allang in Rotterdam-Zuid had moeten zitten. Maar ook hij wacht liever af tot het stadiondossier eens wordt gesloten.

‘Het is wel ernstig dat de plannen nu al zó lang lopen, dat echt alles is veranderd’, aldus Woerts. ‘Nu gaat het alleen om de vraag: heb je een ploeg op het veld die Europees speelt? Ajax krijgt nationaal iets van elf miljoen aan tv-geld. Starten ze in de Champions League, dan ligt er al veertig miljoen klaar en dat is dan pas het begin. Ook in de Europa League gaat dadelijk weer 350 miljoen extra worden verdeeld. Niemand krijgt die exacte cijfers over het nieuwe stadion, ik ken ze in elk geval niet, maar het is wel duidelijk dat Feyenoord in een gunstig scenario 25 miljoen euro krijgt. Tja, om mee te doen moet dat echt 40 tot 45 miljoen zijn. Je hebt trouwens ook helemaal geen groot stadion meer nodig. Juventus heeft voor dik tweehonderd miljoen al gekozen voor een andere route. Feyenoord moet maar naar één ding kijken; welk stadion levert het grootste spelersbudget op? Voor 25 miljoen moet je dit allemaal niet doen.’

KORTE PIJN
Het is november 2019. Nog steeds trotseert de oude Kuip de tijd. Als een stuurloos schip dobbert de club intussen op de hoge golven van het internationale en nationale voetbal. Feyenoord had allang in een fonkelnieuw verbouwd stadion kunnen spelen. Móéten spelen zelfs. Toch broeit er iets als we onze oren te luister leggen in de wandelgangen. In tegenstelling tot al zijn voorgangers is een nieuw stadion geen heilige graal voor de nieuwe president Toon van Bodegom, ook al is hij omsingeld door mensen die daar wél belang bij hebben. Hij is onbevangen begonnen aan zijn klus en heeft ongetwijfeld allang gezien dat de gegarandeerde 25 miljoen a) te weinig is en b) niet eens is gegarandeerd.

Net als anderen die we de afgelopen weken spraken, is ook Woerts positief over de nieuwe Feyenoord-baas. ‘Van Bodegom is niet gek. Hij weet precies wat hij wil en is realistisch. Hij wil gas geven en daarbij is vooral veel geld nodig. Je kunt niet achter spreadsheets aan blijven rennen. En ik snap wel dat het algehele idee van mensen is dat Feyenoord achter de stadionmakers aan zó ver de fuik is ingezwommen, dat je er niet meer uit kunt. Dan zeg ik: beter korte pijn dan lange pijn. Het kost je op korte termijn geld, dat moet dan maar. Wat je nodig hebt, is stabiliteit en een heldere visie. Van Bodegom heeft een goede financiële man neergezet, dat is belangrijk. Frank Arnesen zal als nieuwe technisch directeur snel moeten zorgen dat de waarde van de spelers omhooggaat. Geef hem even tijd. De vraag is natuurlijk: waar kunnen we geld aan verdienen om Feyenoord weer te laten aanhaken? Is daar wel een nieuw stadion voor nodig? En van welke omvang?’
Of Van Bodegom het lef heeft het hele plan van Feyenoord City af te blazen? ‘Mijn inschatting is van wel’, denkt Woerts. ‘In sport staat of valt alles bij wel of niet presteren. Het meest loyale publiek komt wel, maar de massa haakt af. Het stadion is er voor de club, niet andersom. Linksom of rechtsom ben je een voetbalbedrijf, geen theater. We zijn de club van de hoop, altijd geweest, maar zelfs het incasseringsvermogen van een Feyenoord-supporter kent zijn grenzen…’

VI.nl