Vanaf nu is het menens met de nieuwe voetbaltempel

Het nieuwe stadion op Zuid moet hét icoon worden van Feyenoord City. Maar komt die ambitieuze sportwijk er ook, of is het een gevalletje kaartenhuis dat in elkaar stort? In het Rotterdamse stadhuis draait het om een vraag: welke risico’s kleven aan het Feyenoordvisioen van 300 A4’tjes

Alles door dat ene woord. Als het aan Cees de Bruin en Gerard Hoetmer ligt – de een is president-commissaris van het stadion, de ander van de betaaldvoetbalclub – is Feyenoord als maïzena die alle onderdelen van het ‘ultramoderne’ nieuwbakken stadsdeel bindt. Van parkeergarage tot woningbouw, van bioscoop tot restaurant en van gezonde leefwijk tot banenmotor. ,,Feyenoord City appelleert aan deugden als ‘inzet’ en ‘werk’ en motiveert jongeren om hun opleiding af te ronden en met passie hun talenten te ontplooien in een omgeving waar de ambitie vanaf spat.’’ Het is maar waar je je als voetbalbestuurder mee wil bezighouden.
Maar goed, Feyenoord heeft nu eenmaal dat ambitieuze plan de wereld ingestuurd. In de vorm van een haalbaarheidsstudie, vol ronkende woorden en met verre toekomstschetsen van een wijk die straks ‘de hele Rotterdamse regio naar een hoger niveau tilt’. Sindsdien stapelen de rapporten zich op. Nota’s die iedereen kan inzien, maar twintig ervan zijn als ‘geheime, vertrouwelijke bijlagen’ aan de vergaderstukken toegevoegd. Die bescheiden hebben titels als ‘exploitatiemodel en gevoeligheidsanalyse nieuw stadion’ meegekregen, of ‘notitie parkeerexploitatie’ en ‘stressscenario’s’. Je zal maar raadslid zijn.
D66’er Jos Verveen, die kan rekenen op de inhoudelijke steun van drie fractiemedewerkers, neemt het liefste alle stukken zelf door. Zeker als het gaat om een voor de stad zo belangrijk dossier als Feyenoord City. ,,Ik ken niet veel plannen waarbij de belangen zo groot zijn en waaraan zo veel risico’s kleven’’, zegt hij.
In de haalbaarheidsstudies zegt Feyenoord bar weinig over de financiële valkuilen in de toekomst. Het doel van het hele plan, schrijven De Bruin en Hoetmer, is dat er een financieel sterk Feyenoord ontstaat waarbij de voetbalclub de maximale zeggenschap heeft en jaarlijks een ‘zo hoog mogelijk resultaat tegen zo min mogelijk risico’ in de boeken kan bijschrijven. Realistische woorden? Laten we eens kijken wat de ogenschijnlijk indrukwekkende maatschappelijke kosten-baten analyse– die in de opdracht van het stadsbestuur is gemaakt – ervan zegt. Een taaie studie, rijk aan rekensommen, maar de analyse levert wel klinkende uitkomsten op.

Plus
Met alles erop en eraan kost Feyenoord City 1,75 miljard euro en levert het na oplevering 2,4 miljard euro op. Een plus van een 492 miljoen. Een half miljard, tel uit je winst. Voeg daarbij de 1.383 werklozen van Zuid die in de sportwijk aan de slag kunnen, de hordes binnen- en buitenlandse toeristen die eropaf komen en de impuls die het geeft aan de zieltogende zuidelijke Maasoever. Waarom nog langer wachten, zou je zeggen? Stop. Lees ook de vele bijzinnen in de analyse. Die zijn een en al ontkrachting van die cijfers: de effecten van sportprogramma’s zijn lastig te bepalen, het is moeilijk vooraf te berekenen hoeveel euro’s de 2,5 miljoen bezoekers straks zullen uitgeven. We baseren ons op de cijfers die de gemeente heeft verstrekt, en zo gaat het maar door. Is zo’n analyse een knap staaltje rekenwerk of is het gewoon turen in een glazen bol?
Niek Mouter van de Technische Universiteit Delft, die nu acht jaar de maatschappelijke kostenen batenanalyse(mkba) onderzoekt: ,,De heilige graal is zo’n analyse niet.’’ De toekomst laat zich volgens de wetenschapper lang niet in alles voorspellen, de cijfermatige uitkomsten laten zich niet lezen als absolute waarheden. Maar waardeloos is zo’n mkba, waarvoor de theoretische basis driekwart eeuw terug werd gelegd en die wereldwijd wordt toegepast, zeker ook niet. De analyse stelt de politici in staat om verstandig te discussiëren over de effecten van ingrijpende plannen, vervolgt Mouter. ,,Ze hoeven zodoende geen besluiten te nemen op basis van hoop en vrees.’’ De ‘overload’ aan papieren is een flinke kluif, zegt Jos Verveen, die voor twee dagen per week als raadslid is aangesteld. Die tijd is te kort, alleen al in Feyenoord City gaat veel meer werk zitten. ,,Gelukkig heb ik een eigen bedrijf, kan ik mijn tijd flexibel indelen en werk aan anderen overlaten. Anders zou het niet lukken.’’ Verveen vertrouwt bij zijn standpuntbepaling altijd op zijn intuïtie. ,,Initiatiefnemers zijn altijd optimistisch. Zij willen dat het doorgaat, zitten op een wolk. Onze taak als raadslid is om nuchter te blijven. De plannen zien er spraakmakend uit, maar zijn ze ook reëel? Dat is altijd de grote vraag. Als ik het idee hebt dat iets niet in orde is, ga ik rondbellen met deskundigen om te kijken of mijn gevoel klopt. Ik bel ook met veel vragen naar Feyenoord. Dat irriteert ze soms misschien, maar lastig zijn is nou eenmaal mijn rol.’’ De Partij voor de Dieren bijt als kleine fractie de tanden stuk op Feyenoord City.
Tot een beoordeling van de plannen komen, vindt burgerraadslid Ruud van der Velden ‘een kwestie van je boerenverstand gebruiken’. ,,Ik ben geboren Rotterdammer, ik weet wat voor stad dit is en wat voor mensen hier wonen. Dat is mijn uitgangspunt.’’ Toch blijft het lastig om door te dringen in een materie die vol aannames staat. ,,Ik laat me informeren door instanties, schakel deskundigen in of ga rondbellen.’’

Luchtkasteel
Wordt Rotterdam City een droomwijk of een luchtkasteel? Kan het nieuwe stadion er ook komen zonder woningen, hotels, een Sportexperience en sportende Rotterdammers? In principe wel. Als de stad voor 40 miljoen euro aan aandelen koopt en 60 miljoen euro aan grond, dan komt dat stadion er ook. Maar met Feyenoord City is het nieuwe stadion meer gebaat. De sportwijk brengt extra inkomsten met zich mee voor de exploitatie van een voetbaltempel aan de Nieuwe Maas. Een grappig voorbeeldje? De revenuen van het Feyenoordbiertje, dat straks wordt gebrouwen in de ambachtelijke brouwerij in de dan voetballoze Kuip. Maar de twee hotels, de vrijetijds- en sportwinkels, van de sportschool en spa-welness leveren natuurlijk meer op. In die exploitatiekosten zit de crux van het verhaal. Loop de financiële constructie er maar op na. Centraal maar onzichtbaar is het servicebedrijf. De, wat in de plannen van nu, Service vofheet, verhandelt straks de toegangskaarten, verhuurt de skyboxen en businessseats en verkoopt de warme worsten en bier. Kortom verzorgt de horeca. De opbrengsten gaan naar het nieuwe stadion, de betaaldvoetbalclub Feyenoord ontvangt uit de commerciële activiteiten van de vennootschap-onderfirma een vaste vergoeding van vele miljoenen bovenop een variabele som geld die per jaar kan verschillen.

Salarissen
Kortom, het stadion betaalt met de opbrengsten uit de Service vof de stenen. Alles dus wat te maken heeft met het financieren, ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van het stadion aan de Nieuwe Maas. De voetbalclub Feyenoord betaalt er de o zo belangrijke benen van, ofwel de salarissen van de spelers. En de stad Rotterdam? Die ontvangt als aandeelhouder in het stadion een jaarlijks dividend. En wie loopt risico? Het grootste financiële gevaar loopt het nieuwe stadion. Als de inkomsten te ver achterblijven, heeft het stadion te weinig geld om de rente en aflossing aan de banken te betalen. Maar voor het zo ver komt, zal de stad Rotterdam eerst haar dividend zien dalen tot nul en kan voetbalclub Feyenoord fluiten naar de variabele, jaarlijkse afdracht. En kan de club die dure benen niet langer betalen. In het allerergste geval gaat het stadion failliet en sleurt het de voetbalclub mee in zijn val. Maar voor het zo ver komt, zal er heel veel water door de Maas zijn gestroomd. Dat nieuwe stadion? Toch maar niet doen? D66’er Jos Verveen: ,,Natuurlijk is zo’n project niet helemaal zonder risico’s. Maar als gemeenteraad zijn we eraan gehouden zorgvuldig met het belastinggeld van de Rotterdammer om te gaan. In dit stadium is ons er alles aan gelegen om de te voorziene risico’s zo goed mogelijk af te dekken voordat we het sein op groen zetten.’’ Daarnaast heeft de stad Rotterdam een hele waslijst aan voorwaarden opgesteld waaraan Feyenoord moet voldoen voordat maar ook 1 euro wordt overgemaakt. Maar de allerbeste garantie om uit alle financiële voetangels en klemmen weg te blijven, heet succes. Zo simpel is het. Doet Feyenoord mee om de landstitel, heeft de club zicht op de beker, draait het lekker mee in Europa, dan stroomt het nieuwe stadion vol, gaan de worsten als warme broodjes over de toonbank en staat de bierkraan vol open. Maar o wee als de successen uitblijven. Dan blijven de bezoekers weg, lopen de inkomsten terug en is het stadion een blok aan ieders been. Geen haalbaarheidsstudie, geen maatschappelijke kosten-baten analysedie daar verandering inbrengt. Wie dus ja zegt tegen een nieuw stadion verbindt het lot van Feyenoord onlosmakelijk aan sportief succes, jaar in, jaar uit. Dat is pas een risico. Of niet? Onderzoeker Pieter Nieuwenhuis van het onderzoeksbureau Hypercube: ,,Met het huidige spelersbudget van om en nabij de 17 miljoen euro redt Feyenoord het niet. Maar alles boven de 30 miljoen euro is oké. Dan zijn alle 63.000 zit- en staanplaatsen in het stadion bezet tegen de waarden en het niveau die in de plannen zijn uitgerekend.’’ Dan doet Feyenoord mee om de hoofdprijs, staat Rotterdam statistisch gezien vier keer in de tien jaar op de Coolsingel.

Grilligheid
Het kantelpunt ligt bij de 25 miljoen, heeft Nieuwenhuis becijferd. ,,Dan word je doorgaans de nummer 3 van Nederland, met een uitschieter naar boven en met een uitschieter naar beneden, met plek 4 of 5 als resultaat. Mag ik een goede raad geven? Maak de club niet afhankelijk van de grilligheid van economische omstandigheden. Voetballers hebben geen verstand van woningbouw. Als de politiek wil dat de plannen slagen, dan moet die ervoor zorgen dat Feyenoord een zo hoog mogelijk vast bedrag krijgt om dat hogere spelersbudget mogelijk te maken.’’ Raadslid Jos Verveen gaat hierin mee en vindt zelfs dat een spelersbudget van 32,5 miljoen euro de ondergrens moet zijn. ,,Als dat budget niet op orde is, kom je in een negatieve spiraal. Dan haal je je doelen niet en zakt alles als een kaartenhuis in elkaar.’’ Wil Feyenoord in het allereerste seizoen in een nieuw stadion meedoen om de titel, dan moet de club in dat openingsjaar die 12 miljoen extra voor dat hogere spelersbudget al hebben opgehaald. Concurrenten Ajax en PSV liggen immers nu al mijlenver voor op de club van Zuid en hebben naar verwachting in 2023 zeker 30 miljoen aan salarissen voor spelers op de plank liggen. De vraag is: hoe komt Feyenoord nu al aan die smak geld? Niet van het nieuwe stadion, dat is er nog niet. Van de gemeente Rotterdam? De kans daarop is verwaarloosbaar. Maar hoe dan wel? Er zit niet anders op dan met pet langs het Legioen te gaan en langs de welgestelde Vrienden van Feyenoord.

AD.nl