Scepsis over Feyenoord City

Columnist Sjoerd Mossou begrijpt de scepsis rond Feyenoord City en ziet de risico’s van het plan. ,,Dit is geen zeurpieterij van een klagende, conservatieve minderheid.”

Goed spandoek wel, zondagmiddag in de Kuip. ‘Ga je mee naar het onderpand’, stond er, omhoog gehouden door de harde kern van Vak S, refererend aan een bekende regel uit het clublied.

Voor wie het allemaal is ontgaan: Feyenoord heeft onlangs een lening afgesloten bij Goldman Sachs om de overbrugging voor het nieuwe stadion te financieren. De huidige Kuip en de exploitatie daarvan dient als onderpand.

De aanhang van Feyenoord – of een mondig deel – maakt zich grote zorgen. Lenen bij een boevenbank is één ding, risico’s nemen met de huidige Kuip als onderpand is een ander. En in iets bredere zin: scepsis over het hele Feyenoord City-project is tamelijk logisch.

Een duurder stadion (minimaal vierhonderd miljoen euro, totale kosten richting het miljard) kun je als Nederlandse club haast niet bedenken, tenzij je het versiert met gouden kranen en stoelen van ribfluweel. Ter vergelijking: het nieuwe stadion van Juventus, vaste gast in de Champions League, kostte ongeveer een kwart van dat bedrag.

De Allianz Arena van Bayern München was ongeveer even duur, gebouwd door veruit de rijkste club van Duitsland.

Toch bleef het in de beeldvorming lang rustig rondom Feyenoord City. Niet zo gek ook: het stadionverhaal van Feyenoord duurt al zo oneindig lang, dat het moeite kost om je wéér in het dossier te verdiepen.

Na al die jaren ben je sufgeluld, platgeouwehoerd, lamgeslagen met cijfertjes, aannames, politiek gedoe, duistere belangetjes en vuistdikke, vaak tegenstrijdige rapporten. Bij plan nummer 4.234 ben je geneigd te denken: nou vooruit dan maar. Bouwen die hap. Klaar met het gezeik.

Megaproject
Maar toch. Je hoeft geen econoom te zijn om te snappen dat er grote risico’s kleven aan de financiering van dit megaproject. De businesscase van Feyenoord City is vrijwel volledig gebouwd op de meest positieve aannames. Op stampvolle tribunes en skyboxen, op regelmatige deelname aan de Champions League, op florerend doordeweeks museumbezoek en een fenomenale bieromzet. Zelfs dan kun je je nog afvragen of het in pakweg 2026 genoeg is.

Laat u niets wijsmaken: de huidige kritiek op Feyenoord City komt niet alleen voort uit plat sentiment over de oude Kuip. Iedere simpele ziel snapt dat je het huidige stadion niet kunt laten zoals het is. Sterker: de Kuip had tien jaar geleden allang verbouwd moeten worden.

Het had Feyenoord vele miljoenen en een hoop ellende gescheeld. Dit is geen zeurpieterij van een immer klagende, conservatieve minderheid, zoals Feyenoord graag wil doen geloven. Iedereen die zich verdiept in het dossier, en niet zomaar klakkeloos ja knikt, begrijpt de valkuilen. Eén serieuze tegenvaller en de rapen zijn gaar.

De sneltrein raast in een noodvaart richting Feyenoord City, de kans lijkt me persoonlijk klein dat de boel nog te stoppen is, maar het kan geen kwaad om aan de noodrem te trekken, voordat het te laat is. Alles beter dan frontaal tegen een muur aan rijden.

– Column Sjoerd Mossou –

AD.nl