Feyenoord betaalt in het nieuwe stadion geen huur, maar ontvangt geld voor zijn optredens. Hoe zit dat nu eigenlijk?
Net als artiesten een gage ontvangen voor het vertonen van hun kunsten in een muziekhal of stadion, zo krijgt Feyenoord in de geplande voetbaltempel aan de Nieuwe Maas óók een vergoeding. Er is een – uiteraard Engels – woord voor bedacht: performance fee, ofwel prestatievergoeding.
Deze constructie werd al gelanceerd in 2009, toen Feyenoord droomde van een nieuw stadion op een andere plek aan de rivier, én er nog hoop was op een WK in België en Nederland. Die hoop vervloog, evenals het eerste stadionplan, maar de perfomance fee bleef.
Van huur naar een vergoeding – dat heeft direct te maken met de veranderde geldstromen binnen het stadion. In de Kuip ontvangt Feyenoord nu zelf geld uit de businesseats, -units en kaartverkoop, bij elkaar na aftrek van de kosten goed voor 17,5 miljoen euro, zo legde Feyenoordvoorzitter Jan de Jong uit in het programma Tafel van Kees bij Fox Sports.
In het nieuwe onderkomen komen die revenuen niet direct meer bij Feyenoord terecht, maar vormen ze een onderdeel van de inkomsten van het stadion, dat een vergoeding aan Feyenoord betaalt. Feyenoord betaalt dan op zijn beurt geen huur meer voor het gebruik van het complex.
Onderneming
Feyenoord wil de stap naar het door architectenbureau OMA ontworpen voetbalcomplex maken, mits die jaarlijkse vergoeding minimaal én gegarandeerd 25 miljoen euro is. In de eerste plannen werd nog gerept over een vast bedrag van 17,5 miljoen euro en 7,5 miljoen euro ‘variabel’.
Hoe succesvoller de onderneming (vol stadion, hoge horeca-omzet, veel units verkocht), hoe hoger de beloning. Aangezien Feyenoord in De Kuip al aan die 17,5 miljoen euro zit, is de inzet nu direct 25 miljoen euro bij de opening van het stadion in 2023. Met als extra voorwaarde dat Feyenoord dat geld als eerste krijgt, nog vóórdat banken en andere geldschieters, zoals de gemeente, worden bediend.
Daar zit ’m nu precies de crux. Want Rotterdam accepteert niet ‘achterin de rij’ plaats te nemen. Zeker niet omdat de stad 135 miljoen euro investeert, inclusief 40 miljoen euro aan aandelen (waarover dividend wordt uitgekeerd) en in erfpacht uitgegeven bouwgrond à 65 miljoen.
Die 25 miljoen prestatievergoeding is nog maar het begin, zegt De Jong. Inkomsten uit deelname aan één van de Europese toernooien, televisiegelden en merchandising komen daar nog bij, doorgaans óók goed voor enkele miljoenen euro’s. Het doel is om met die extra financiële armslag uiteindelijk een vaste plek in de top van de vaderlandse competitie te verwerven.