NRC Opinie: De valkuil van Feyenoord City

Bij de ontwikkeling van Feyenoord City heeft de gemeente geen nieuw stadion meer nodig als katalysator voor de nieuwe stadswijk. Andersom heeft het stadion de gemeente wél nodig, betoogt Awais Hassan.

Illustratie Stella Smienk
Illustratie Stella Smienk

Op 17 juni staat de Rotterdamse gemeenteraad voor een zeldzaam groot besluit: gaat de gemeente met een inleg van 40 miljoen euro mede-eigenaar worden van een nieuw Feyenoord-stadion?

Tot nu toe is de voortgang van Feyenoord City, dat naast een nieuw stadion ook grootschalige gebiedsontwikkeling omvat, vanuit de raad gesteund langs de breuklijn van coalitie en oppositie. De kritische raad toont lering te hebben getrokken uit mislukte megaprojecten als het Warmtebedrijf en de Hoekse Lijn. Het proces líjkt dit keer gedegen. In commissievergaderingen werden de risico’s uitgediept. En Deloitte heeft het investeringsmemorandum van Feyenoord City getoetst op de eerder gestelde gemeentelijke voorwaarden. En precies hier ligt de valkuil.

Om de waarde en risico’s te overzien kan het voor raadsleden goed zijn uit te zoomen en zich eerst de volgende vraag te stellen: op wiens bord wordt dit spel gespeeld? Is het stadion een pion op het bord van de gemeente om een nieuwe stadswijk te realiseren? Is de gemeente een pion op het bord van het stadion? Of staan beide als pionnen op het bord van de Amerikaanse investeringsbank Goldman Sachs?

Eerst was het de gemeente die met de ‘Visie Stadionpark’ de komst van een nieuw stadion wilde steunen als aanjager voor de ontwikkeling van een stadsdeel. Dit plan is van 2009. Zuid liep toen achter en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid moest nog beginnen. Stadionpark werd erbinnen een Very Important Project. In 2017 werd dit, na enkele geklapte stadionplannen, geüpdatet tot het Feyenoord City-concept zoals dat nu voorligt.

Druk op woningmarkt

Om de stadsdeelontwikkeling door te zetten is de gemeente met de minimaal benodigde raadssteun bereid de komst van het stadion binnen dit plan een handje te helpen. Maar Rotterdam staat er nu anders voor dan tien jaar terug. Zuid telt behoorlijk mee en trekt veel nieuwe bewoners zonder de aanwezigheid van een nieuw stadion. De aangrenzende wijk Parkstad, bij de Laan op Zuid, is zo goed als af. De druk op de woningmarkt is hoog; er is veel meer vraag dan aanbod. De gemeente heeft geen stadion meer nodig als katalysator voor stadsontwikkeling. Het vuur woedt al.

Andersom heeft het stadion de gemeente wel nodig. Die staat klaar om een risicodragend aandeel te nemen in het stadion. Deloitte geeft in zijn rapport op twee cruciale risico’s (de businesscase en het financieel rendement) aan dat zij hier geen uitspraak over kan doen en het aan de gemeenteraad zelf is een oordeel te vellen. Het komt erop neer dat de raad, zoals iedere investeerder in het private veld dat doet, moet oordelen in hoeverre zij gelooft in de haalbaarheid van de businesscase.

Dat is een markante vraag aan een politiek orgaan. Met welke politieke overtuiging geloof je of in pak ’m beet het zevende jaar van de businesscase Feyenoord Champions League speelt en daarmee voldoende bezoekers trekt? En of zij dan ook gemiddeld 5,60 euro besteden aan bier en bitterballen? Of dat je als raadslid gelooft in het vermogen van Feyenoord met een hoger spelersbudget vaker kampioen te worden? Of dat de club dan wel een verstandig transferbeleid gaat voeren?

Dit alles in een onzekere miljardensport waarin Nederlandse clubs het moeten hebben van de kruimels van de grootmachten. Een sport waarbinnen een enorme inflatie van transferbedragen en budgetten gaande is en dat verder wordt aangewakkerd door Amerikaanse investeerders die kansen ruiken in Europa. Zou een gemeenteraad over dit soort inschattingen willen gaan om een stadsdeel te kunnen ontwikkelen?

De Kuip als onderpand

Het gemeentebestuur zal zeggen dat derden met verstand ernaar hebben gekeken. De vraag is of de businesscase een goed instrument is voor zulke beslissingen – onafhankelijk is die informatie niet. De businesscase komt van de International Stadia Group die aangesteld is door Goldman Sachs. De Amerikaanse investeringsbank regelde een overbruggingskrediet met de Kuip als onderpand, de financiering van de bouw én de hypotheek erna.

Lokale overheden in de VS weten nu beter: na decennia uit elkaar te zijn gespeeld door banken als Golman Sachs voor het subsidiëren van de bouw van dure stadions is de animo daar afgenomen om publiek geld in stadions te steken. Onderzoeken van sporteconomen in de VS tonen aan dat de lokale economie nauwelijks profiteert van nieuwe stadions, en in sommige gevallen erop achteruit gaat.

Inmiddels heeft de stadiontak van Goldman Sachs zijn zinnen gezet op Europa. Zo financierde de investeringsbank het nieuwe stadion van Tottenham Hotspur en sloot het recent deals met FC Barcelona, AS Roma en de twee Milanese clubs voor hun stadionprojecten.

Het verdienmodel van de bank is zo veel mogelijk transacties doen met een zo groot mogelijke waarde tegen een zo laag mogelijk risico. Twee zaken zijn erbij van belang: een overtuigende businesscase, en dat ze als eerste betaald krijgen. Zolang clubs aan hun renteverplichtingen kunnen voldoen, maakt de bank winst. Ook als dat niet meer lukt, heeft Goldman daarin voorzien. De bank heeft in meer scenario’s (faillissement, tegenvallende omzet) een streepje voor op de club of de aandeelhouders, waaronder potentieel dus de gemeente.

Gelukkig is de gemeenteraad er niet om te oordelen of de voetbalclub Feyenoord er verstandig aan doet met deze opzet voor een nieuw stadion. De gemeenteraad moet terug naar de nog onbeantwoorde vraag die de Rekenkamer Rotterdam vorig jaar zomer ook stelde: welk publiek belang zou deelname in het nieuwe stadion dienen?

Laten we hopen dat het gewicht van de gemeenschap zwaarder wordt gevoeld door de raadsleden dan het gewicht van het gemeentebestuur.

Awais Hassan is econoom en woont op Zuid

Bron: NRC