Voetbalclub Feyenoord voert wanbeleid van ongekende omvang

Feyenoord wil een bijzonder duur en waarschijnlijk onrendabel stadion bouwen, dat vooral door private partijen gefinancierd moet worden. Verrassend genoeg lijkt die financiering rond te komen, maar vermoedelijk zal het stadion vrij snel na de opening failliet gaan. En dat zal ook de club zwaar treffen. Dit zijn de conclusies van mijn rapport Het Maasstadion van Feyenoord, uitgegeven door supportersvereniging FSV De Feijenoorder.

Hoe zit het precies? Het stadion krijgt 63.000 plaatsen, en kost — uitgaande van de cijfers van Feyenoord — € 461 mln. Per zitplaats wordt het 2,1 keer zo duur als de Amsterdam Arena, terwijl het geen kostbaar akoestisch dak krijgt en in weinig parkeerplaatsen voorziet. Van alle clubstadions in Europa waarin vorig seizoen werd gespeeld, waren alleen die van Arsenal en Bayern München duurder.
Arsenal en Bayern hadden veel eigen geld om in het stadion te steken. Feye­noord heeft praktisch niets. Het bedrag voor de bouw dat van buiten de club moet komen, is dan ook hoger dan wat Arsenal en Bayern aan externe financiering nodig hadden. Daarbij komt dat Feyenoord veel lagere inkomsten heeft dan Europese topclubs. Al met al neemt Feyenoord met de bouw van het stadion dus het grootste risico dat ooit in het ­Europese voetbal is genomen.
TNO concludeerde in 2014 dat De Kuip technisch zeker nog meer dan vijftig jaar mee kan
De financiering komt mogelijk toch rond doordat bedrijven, in ruil voor winstgevende opdrachten bij de bouw van het stadion, waarschijnlijk bereid zijn zelf geld te steken in het project.

Feyenoord City kan ook helpen. Dit is een groot plan voor gebiedsontwikkeling bij het stadion. Om voor mij onduidelijke redenen denkt de gemeente dat het stadion cruciaal is voor die gebiedsontwikkeling. Gegeven deze visie wil de gemeente die ontwikkeling alleen mogelijk maken als ook het stadion wordt gebouwd. Voor bedrijven die opdrachten willen bij de realisatie van Feyenoord City, kan dit reden zijn het stadion mede te financieren.
Verder geldt dat financiële problemen bij voetbalclubs vaak door de overheid worden opgelost, terwijl vooral buitenlandse financiers hun poot stijf houden — omdat zij niet bang hoeven te zijn voor hun reputatie bij belastingbetalers en supporters. Ze hoeven daarom bij onrendabele voetbalprojecten geen (al te grote) verliezen te vrezen. Het is dan ook niet verrassend dat de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs de financiering begeleidt.

Het alternatief voor nieuwbouw is renovatie van De Kuip. Die kost, in de ambitieuze variant, € 200 mln. Daarmee krijgt men ook 63.000 zitplaatsen, en dezelfde andere voorzieningen die voor het nieuwe stadion van € 461 mln zijn gepland. Zo gooit Feyenoord in feite ruim € 250 mln over de balk.
De clubbestuurders zeggen dat ook zij van de oude Kuip houden, maar dat het huidige Feyenoord-stadion nog maar zo’n korte technische levensduur heeft dat renovatie zakelijk niet kan. Echter, TNO concludeerde in 2014 dat De Kuip technisch zeker nog meer dan vijftig jaar mee kan. De clubbestuurders spreken dus onwaarheid. De conclusie blijft dat er € 250 mln wordt verspild.
Zo voert de club financieel wanbeleid van een omvang die in het Europese voetbal nog niet eerder is voorgekomen. De gemeente, die dit beleid met in totaal € 100 mln ondersteunt door grond voor het stadion aan te kopen en in clubaandelen te investeren, voert daarmee eveneens wanbeleid.
Ondertussen weigert de circa 17.000 leden tellende supportersvereniging de bouw van het nieuwe stadion te steunen. Helaas nemen club- en gemeente­bestuurders de supporters niet serieus.

De gemeente zou haar (voorwaardelijke) steun nog kunnen intrekken. De voor de hand liggende partij die het wanbeleid ter discussie zou kunnen stellen is GroenLinks, dat voor het in juni in de coalitie kwam altijd tegen de bouw was. Maar wellicht denkt GroenLinks nu wel dat eensgezindheid onder bestuurders belangrijker is dan supporters of belastingbetalers.

En zo kan het zijn dat Feyenoord zijn kostbaarste bezit verliest. Dat is de volgens iedereen niet te overtreffen sfeer van de Kuip — die zo sterk heeft bijgedragen aan dat grote wonder van een club die, ondanks de vaak matige elftallen van de laatste veertig jaar, nog steeds bijna even populair is als die rijke club uit Amsterdam. Dag, Feyenoord van mijn dromen.
Tsjalle van der Burg is econoom aan de Universiteit Twente en lid van FSV De Feijenoorder.

Het Financieele dagblad